ronald

Bye-bye Min Hogg, founding editor van World of Interiors

Het woonblad der woonbladen is toch wel World of Interiors. Afgelopen maandagvond, 24 juni jl., overleed Min Hogg, founding editor van dit iconische magazine.

Min Hogg (1939-2019) studeerde samen met Terence Conran grafische vormgeving en begon haar carrière in de swingende sixties. Ze werkte onder andere als moderedacteur bij Harpers & Queen, met Anna Wintour als haar assistent. Tussen beiden boterde het niet echt, Anna wilde haar functie hebben. Later zou Min zeggen: ‘Anna rightly suspected that fashion was not my passion’.  Scherp opgemerkt, want huizen en interieurs bleken Mins passie. Toch zou ze nog een paar jaar bij Harpers & Queen blijven – Anna was degene die vertrok.

Instant succes

Een advertentie voor redacteur van een ‘International arts and interiors magazine’ trok haar aandacht en ze werd aangenomen. Vervolgens zou ze twintig jaar lang, van 1981 tot 2001, het blad leiden. Het was vanaf het begin succesvol  en trok vip-abonnees als Jacqueline Onassis, Paloma Picasso en Bill Blass.

Uitgeverij Condé Nast rook een cashcow (het blad trok veel adverteerders) en besloot het na twee jaar te kopen. Omdat de uitgeverij al een blad met de titel Interiors had, werd Mins magazine omgedoopt tot World of Interiors.

Bovendien sloot het goed aan bij een ander succesvol woonblad uit de portefeuille van Condé Nast: House & Garden. Bracht House & Garden interieurs die voor de lezer ‘bereikbaar’ waren, het up-market magazine World of Interiors bood de lezer op een serveerbaadje een droomwereld  aan.

Eclectische interieurs

Na het vertrek van Min in 2001 is opvolger Rupert Thomas dezelfde koers blijven varen. Onder zijn leiding verrast nog steeds elk nummer met bijzondere huizen. Huizen die afwijken van de (modieuze) standaardinrichtingen. In plaats daarvan opmerkelijke, smaakvolle, vaak eclectische en altijd inspirerende interieurs, van waar ook ter wereld. En vaak ook met een (lange) geschiedenis. Van kerk tot kasteel, van schuur tot paleis – alles kan in het blad.

Zelf vertelde Min aan de New York Times dat ze het blad maakte om haarzelf ‘een plezier te doen’. Dat deed ze ook nog eens op hoge leeftijd: ze begon een eigen behang- en stoffenlijn, geïnspireerd op afbeeldingen van zeewier.

© tekst: Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Brasserie Bellanger in Parijs: betaalbare brasserie met klassiek-meets-millennial-interieur

Goed en betaalbaar eten in Parijs – het wordt steeds makkelijker en leuker. Vorig jaar opende Bouillon Pigalle, waar je in een moderne settting betaalbare Franse klassiekers geserveerd krijgt. Ook de nieuwe Brasserie Bellanger is vriendelijk voor je portemonnee. En de sfeer is die van een klassieke-brasserie-meets-millennial-interieur.

-> scroll down for the English text

Eerst iets over de oprichters van Brasserie Belanger, de dertigers Victor Lugger en Tigrane Seydoux. Je mag ze gerust twee bekende Franse ondernemers noemen. Althans, Parijzenaars kennen hun zes hippe trattoria’s, waar je goed en goedkoop Italiaans kunt eten. De recentste aanwinst voor hun Big Mamma-imperium, Felicitate, is een restaurant van recordformaat: 4500 m2 groot. Inmiddels hebben ze ook al een filiaal in Lille en maakten ze de oversteek naar Groot-Brittannië. In Londen openden ze onlangs hun tweede restaurant.

 

Tijd voor iets nieuws

Beide heren zijn rasondernemers, en dus was het tijd voor iets nieuws: een Franse variant. Onder de naam Victor et Charley zijn ze Brasserie Bellanger begonnen. Het restaurant zou vernoemd zijn naar een verre tante van ‘Charly’, Marie-Louise Bellanger, van wie ze een klein keukenschriftje met Franse recepten vonden. Ook hebben ze na een pop-upversie van Bellanger veel moeite gedaan om de beste producenten voor hun restaurant te vinden. Aan storytelling geen gebrek.

Goudkleurige eigthies barkrukken

Hoe zitten we erbij? Top, mogen we wel zeggen. Bellanger oogt als een bistro, maar dan in een hip jasje. We zien de bekende (bistro)mozaïekvloer, en tafeltjes met marmeren blad. En ook: veel planten, een goudkleurige zinc, goudkleurige eigthies-achtige barkrukken en modern bloemetjesbehang. Het restaurant, ontworpen door B3 Designer, doet een beetje denken aan een millennium interieur.


Verder is er een open keuken. Zelfs een eigen servies, compleet met de naam van het restaurant, ontbreekt niet. En laten we vooral de fraaie toiletten niet vergeten: in plaats van wasbakken zijn er hoge Toscaanse (?) bloempotten. Heel bijzonder. Net zoals de humoristische waterkannen in de vorm van dieren.

Perfecte poireaux vinaigrette

En het eten? We proeven een perfecte poireaux vinaigrette (6 euro) met – verrassend – croutons die het net dat beetje extra geven. Dat geldt ook voor de celeri remoulade (5 euro). De saucisse purée (13 euro) is dankzij de boter het ultieme comfort food.  Mijn tafelgenoot geniet van de frisée aux lardons (5 euro) en de boeuf seché au poivre vert (10 euro). Ook allebei puike gerechten. Tot besluit komt de Paris brest op tafel. Wat een mooie afsluiting: klein maar fijn dankzij de hazelnootpraliné. 

We hopen dat Victor et Charley snel nog meer vestigingen van Brasserie Bellanger in de Franse hoofdstad openen. En misschien nog mooier: in Nederland. Wij zijn fan.

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Getting good and affordable food in Paris – it’s going to be easier. Bouillon Pigalle opened last year, where you will be served affordable French classics in a modern setting. The new Brasserie Bellanger is also friendly to your wallet. And the atmosphere is that of a classic brasserie-meets-millennial interior.

First something about the founders of Brasserie Belanger, Victor Lugger and Tigrane Seydoux. You can call them two famous French entrepreneurs. At least, Parisians know their six hip trattorias, where you can eat good and cheap Italian. Felicitate, the most recent addition to their Big Mamma empire, is a record-sized restaurant of 4,500 m2. In the meantime they already opened a restaurant in Lille and two in London.

 Time for something new

Both gentlemen are entrepreneurs, so it was time for something new: a French variant. They started Brasserie Bellanger under the name Victor et Charley. The restaurant is said to be named after a distant aunt of “Charly”, Marie-Louise Bellanger, from whom they found a small kitchen notebook with French recipes. After a pop-up version of Bellanger, they also put a lot of effort into finding the best producers for their restaurant. No shortage of story telling.

Gold colored eigthies bar stools

How’s the interior? Great, we can say. Bellanger looks like a bistro, but with a contemporary twist. We see the famous (bistro) mosaic floor, and tables with a marble top. But also: lots of plants, a gold-colored zinc, gold-colored eigthies-style bar stools and modern floral wallpaper. The restaurant, designed by B3 Designer, is reminiscent of a millennium interior.

There is also an open kitchen. Even the restaurant has its own service, complete with the name of the restaurant. Oh, and let’s not forget the beautiful toilets. Instead of washbasins there are high Tuscan (?) flower pots. Very special. Just like the humorous water jugs.

The perfect poireaux vinaigrette

And the food? We taste a perfect poireaux vinaigrette (6 euros) with – surprisingly – croutons that give it that little bit extra. The same goes for the celeri remoulade (5 euros). Thanks to the butter, the saucisse purée (13 euros) is the ultimate comfort food. My table companion enjoys the frisée aux lardons (5 euros) and the boeuf seché au poivre vert (10 euros). The Paris brest is a nice way to end our meal: small but very good thanks to the hazelnut praline.

We hope that Victor et Charley will soon be opening more Brasserie Bellanger stores in the French capital. And maybe even better: in the Netherlands. We are a fan.

La Brasserie Bellanger, Rue du Faubourg Poissonnière 140, 75010 Parijs (métro Barbès Rochechouart, of lopend vanaf Gre du Nord). Terras. Alle dagen geopend. Reserveren niet mogelijk.

© tekst en foto’s: Monsieur Plusfours 2019

 

Binnenkijken: superklassiek Frans appartement

Tontisse’ noemt dit heerschap zichzelf op Instagram, een liefhebber van de ‘culture française parce que “les vrais paradis sont ceux qu’on a perdus”‘. Ik volg hem al jaren. Op zijn Instagramaccount post hij – hoe kan het ook anders – beelden met betrekking tot de Franse cultuur, zoals films en musea. Maar vooral kijk ik altijd halsreikend uit naar de foto’s van zijn fraaie woning. Een achttiende-eeuwse, Franse inrichting, met veel gevoel voor kleur en detail. Let vooral op het antieke behang.

“Tontisse” calls this gentleman himself on Instagram. He’s ‘a fan of the “culture française parce que’ les vrais paradis sont ceux qu’on a perdus”. I’ve been following him for years. On his Instagram account he posts – how could it be otherwise – images related to French culture, such as films and museums. But most of all I always look forward to the pictures of his beautiful home. An eighteenth-century, French interior, with a great sense of color and detail. Pay special attention to the antique wallpaper.

© Monsieur Plusfours 2019, foto’s: Tontisse; bewerking: Monsieur Plusfours

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Favoriet kook-, lees- en kijkboek: Aan tafel bij Au Bon Coin


Heel soms verschijnt er een kookboek dat je al na de eerste pagina’s raakt. Omdat het een sfeer ademt die aanspreekt, die ontroert. Een boek dat je als lezer meeneemt naar het universum van de kookboekenauteur. En van wie je meteen denkt: dit moet vast een heel leuke persoon zijn. Bij haar zou ik graag eens aan tafel willen aanschuiven – ook omdat de gerechten er zeer aantrekkelijk uitzien. Zo’n boek dus.

Alles Frans wat de klok slaat

Ik heb het over Aan tafel bij Au Bon Coin van Helma Bongenaar. Met haar gezin woont ze in een oud Amsterdams havencafé, waar ze in de voormalige gelagkamer (nu eetkeuken) proeverijen houdt. Heeft Au Bon Coin, in het Nederlands vertaald als ’De Goede Hoek, of ‘’t Goeie Huuske’, ook die cafésfeer van weleer? Integendeel, het is hier Frans wat de klok slaat. Of noem het brocante, of misschien zelfs wel poëzie. 

Kook- en stijlboek

Helma studeerde fotografie aan de kunstacademie en dat verklaart meteen de fraaie beelden die haar boek sieren. Maar het is ook haar kunstzinnige blik die overal opduikt. Daarom heeft het boek ook als ondertitel ‘kook- en stijlboek’, want het gaat over meer dan koken alleen. Helma geeft vele styling- en zelfmaaktips voor een mooi gedekte tafel en voor je huis.

Frans paradijs

Waar komt Helma’s liefde voor Frankrijk en brocante vandaan? Hiervoor gaat ze terug naar haar jeugd. Haar vader kocht samen met een vriend een stuk grond in de Ardèche. Onder een haag van bramen bleek een klein paradijs schuil te gaan, schrijft Helma in haar boek. ‘Compleet met boerderij én inboedel. Alles een halve eeuw eerder verlaten en vergeten.’ Niet alleen werd het land ontgonnen, ook werd er geoogst en geweckt. Die herinneringen zouden zich in haar geheugen als een fraaie parelketting aaneen rijgen.

De letter ‘A’

Als het om de (veelal vegetarische) recepten gaat, kijkt Helma Bongenaar naar de Franse, maar ook naar bijvoorbeeld de Nederlandse en Italiaanse keuken. Het is een bonte mengelmoes van gerechten die een ding gemeen hebben: de hoofdingediënten beginnen allemaal met een ‘A’. Net zoals de titels van de hoofdstukken ook met een ‘A’ beginnen. Het is een grapje dat de auteur zich veroorlooft – en dat buitengewoon goed uitpakt. Het zorgt voor het cement in het boek.

Van avocadosoep tot appel-venkelsalade

Hebben we al gekookt uit het boek? Jazeker. De avocadesoep met gerookte kipfilet komt vast op het menu te staan. Verder eindelijk eens een ansjovispizza (beter bekend als de pissalidière) gemaakt.  En lekker voor de winter: de appel-venkelsalade.

Samengebald

Wat maakt Aan tafel bij Au Bon Coin bijzonder? Dat komt doordat Helma Bongenaar al haar recepten, herinneringen, stylingtips en kookkennis van jaren heeft samengebald in dit boek. Een boek dat ze met de hulp van een vormgever ook nog eens zelf heeft gemaakt en in eigen beheer uitgegeven. Voor de lezer is het een liefdevol gemaakte uitgave geworden om te koesteren, door te bladeren, in weg te dromen en, natuurlijk, uit te koken.

Bestel Aan tafel bij Au Bon Coin (€ 27,50) rechtstreeks bij de auteur, Helma Bongenaar: helmabongenaar.nl.

© Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Vondst: blauw antiek handenvaasje

 

Handenvaasjes, je hebt ze in alle soorten en maten. In Frankrijk kom je vaak de negentiende-eeuwse opaline-versie tegen. Veelal in wit opaline, heel soms ook nog eens beschilderd.

Maar in de kleur blauw is-ie vrij zeldzaam. Dus is dit gave handenvaasje van rond 1890 een koopje. De verkoper op eBay wil ervan af, want je kunt lager bieden dan de gevraagde 20 euro. Nog wel even informeren naar de verzendkosten naar Nederland.

UPDATE: dit vaasje is inmiddels verkocht

© Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

 

Alle Franse boeken verzamelen

Soms zijn er van die sites waarvan je zou willen dat je ze zelf verzonnen had. Frankrijkboeken.nl is er zo een. Frankijkliefhebber en ontwerper Eric van der Wal is de bedenker van deze site. Hij verzamelde vele Nederlandstalige boeken die zich afspelen in of gaan over La Douce France. Zoek je bijvoorbeeld een spannende thriller, een kookboek of een reisgids? Dan ben je hier op het juiste adres. 

Leuk weetje

Als het even kan vermeldt die site in welke streek een boek zich afspeelt. Fijn dus als je bijvoorbeeld even wilt wegdromen bij een roman die Parijs als decor heeft.

© Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF!

Tweede leven voor museumschatten dankzij MuseumDepotShop

Wat doen musea met ‘schatten’ die staan te verstoffen in de depots? Of beter gezegd: objecten waar ze eigenlijk vanaf willen? Die kunnen ze vanaf vandaag verkopen in de MuseumDepotShop.

Wie een origineel verjaardagscadeau zoekt of een verwoed verzamelaar is, kan zijn slag slaan in de webwinkel MuseumDepotShop. Ook al oogt de webshop vooralsnog vrij leeg, het potentieel aan te verkopen museumobjecten is groot. De ca. 420 Nederlandse musea hebben zo’n 45 miljoen objecten, vertelt mede-initiatiefnemer Arjen Pels Rijken aan NRC. Maar liefst 10 procent zou niet meer tot de ‘kerncollectie’ behoren. Op dit moment doen musea als het Keramiekmuseum Princessehof, het Belasting & Douanemuseum en het Sieboldhuis mee. Eind dit jaar moeten dat aantal gegroeid zijn tot zo’n dertig.

Goed doel

Voor elke portemonnee is er in deze winkel wel iets te vinden. Goed om te weten is dat de MuseumDepotShop er niet op uit is winst te maken. Die winst vloeit terug naar de musea. ‘We zijn een non-profit-instelling,’ laat Pels Rijken weten aan Twinkle. ‘De winst wordt weer teruggegeven aan musea. Dan kunnen zij dat geld weer in de collectie stoppen, kunnen wij weer meer dingen aanbieden en wordt het een opwaartse spiraal.’ 

© Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF!

Instagramtip: De schoenenfluisteraar


Een te groot of te klein gekocht vintage paar schoenen aanpassen? De Britse Lee Morisson geeft op zijn Instagram-account en YouTube-kanaal uitgebreid uitleg en tips.

Het instagram-account Bespoke Addict van de Britse Lee Morisson is een walhalla voor liefhebbers van klassieke schoenen. Maar Morisson gaat verder dan het plaatsen van plaatjes van zijn grote vintage schoenenverzameling (zo’n 150 paar). Hij laat ook zien hoe hij zijn gekochte schoenen passend maakt en in vorm brengt.

Dat zit zo. Morisson koopt zijn – veelal bespoke – schoenen bijna altijd tweedehands. Hij laat zich daarbij meer leiden door de schoen en minder door de maat. En dus koopt hij ze vaak iets te groot of te klein. En zijn ze wel passend, dan staat vaak de (bredere) ’voet’ van de vorige eigenaar erin en moet het schoeisel wat nauwer gemaakt worden. Op Instagram doet hij hiervan verslag, en op zijn YouTube-kanaal geeft hij uitgebreid uitleg en tips.

Strijkbout
Schoenen die te groot zijn, maakt hij passend door ze met een hete strijkbout en een natte handdoek te ‘strijken’. Daardoor krimpt het leer. Andersom weet hij te krappe schoenen groter te maken met houten spanners en een arsenaal aan schroevendraaiers en keukengereedschap. Hij haalt alles uit de kast om een wig te drijven tussen de spanners.

Fascinerend is het om Morisson bezig te zien. En ook inspirerend. Inmiddels heb ik zelf ook al een beetje ervaring in het kleiner en groter maken van mijn bescheiden vintage schoenencollectie.

Uren arbeid
Maar Morisson gaat nog veel verder. Met engelengeduld vervangt hij bijvoorbeeld kapot stikwerk. Ook verwijdert hij plooien en beschadigingen door de schoenen met schuurpapier te lijf te gaan. Dat klinkt allemaal ongelooflijk bewerkelijk – en dat is het ook. Een paar vergt algauw 40 uren arbeid. Maar deze schoenenfluisteraar deinst niet terug voor een beetje kapotte of versleten schoen. Als de basis maar in orde is.

Kapperszaak
Morisson heeft een kapperszaak in Nottingham. Omdat hij in Brighton woont, heeft hij ook in Nottingham een woning. Daar stalt hij zijn schoenenverzameling, om zijn vrouw en dochter te ‘sparen’. Dat vertelt hij aan de Finse mens style website Keikari.com. Behalve schoenen verzamelt hij ook vintage bespoke pakken van Savile Row (hij heeft er zo’n 30, ook allemaal aangepast aan zijn maat), stropdassen (zo’n 1000) en vele handschoenen, hoeden en paraplu’s. En omdat hij steeds heen en weer reist tussen beide steden, bezit hij ook een indrukwekkende collectie reistassen van exotische leersoorten (en eveneens met veel liefde gerestaureerd).

Tussen de klanten door

Je ziet Morisson op zijn Instagramfoto’s altijd in zijn kapperszaak bezig met zijn schoenen. Heel slim. Het is een prachtige bezigheid tussen alle klanten door te doen. En het heeft hem inmiddels een bewonderenswaardige collectie opgeleverd. En vele tips waar anders bespoke addicts hun voordeel mee kunnen doen.

Disclaimer

Soms kan het ook helemaal misgaan met het stomen. Een paar soepele leren schoenen met een struisvogelprint veranderden na een stoomsessie in stug, glad leer. Bovendien veranderde de cognackleur in een donkerbruin. Oeps. Gelukkig betrof het een koopje uit de kringloopwinkel. Maar toch.

© Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF!

Persoonlijke Parijse interieurs die inspireren

In Wonen als een Parisienne mixen Parijse bewoners oud en nieuw tot interieurs waarin je wilt wonen.

Inès de La Fressange (1957), model, zakenvrouw, schrijfster én stijlicoon, publiceerde eind 2018 Sous le toits de Paris. Letterlijk vertaald: ‘Onder de daken van Parijs’, in een Nederlandse editie uitgebracht als Wonen als een Parisienne. La Fressange maakte het boek samen met interieurontwerper en illustrator Marin Montagut.

Ze delen een voorliefde voor een stijl die je voor het gemak zou kunnen omschrijven als ‘bohème chic’: een mix van eigentijds design én heel veel voorwerpen die een lang leven achter de rug hebben. Vintage, antiek, you name it, zolang als het maar karakter heeft.

On-Nederlands

Denk daarbij níet aan interieurs in de typisch Nederlandse brocante-stijl. En denk ook niet aan de nu zo modieuze industriële look. De huizen in Wonen als een Parisienne zijn kleurrijker, eleganter en onmiskenbaar Frans. Dat laatste komt niet alleen door de veelal chique, Haussmanniaanse architectuur van de afgebeelde huizen, maar ook door het gebruik van oude, Franse meubels en sierobjecten. En die mogen best gebutst zijn of een patina hebben.

Parijs

Vijftien Parijse interieurs sieren dit boekwerk. Behalve de twee samenstellers openden ook andere bewoners van de lichtstad hun deuren. En niet de minste. Onder hen Marie-France Cohen, medeoprichter van de hoofdstedelijke conceptstore Merci, en Ivan Pericoli en Benoît Astier de Villatte, de mannen achter het lifestylemerk Astier de Villatte (bekend van hun handgemaakte, klassiek georiënteerde serviesgoed).

Moodboard

Niet alleen belicht het boek de bewoners en hun interieurs, ook komen de ‘musthaves’ aan bod. Of beter gezegd: de eigenzinnige keuze van spullen die het interieur zijn persoonlijkheid geven. Bovendien sluit elk verhaal af met een moodboard, compleet met een kleurenpallet (fraai geïllustreerd door Montagut). 

Wat zien we

Dit zijn geen ruimtes waar opruimfanaat Marie Kondo regeert, geen ‘ontspulde’ en daarmee ontzielde kamers. Nee, stapels met boeken zijn hier de norm. En spiegels aan de wand en verzamelingen en voorwerpen met herinneringen. Toch wordt het nergens te veel, al zal daar vast een stylist de hand in hebben gehad. En door het gebruik van kleuren als zachtroze, (zee)groen, antiek grijs en zwart ogen de interieurs onmiskenbaar van nu.

Leuk leven

Over de bewoners vertelde La Fressange aan het tijdschrift Architectural Digest dat ze niet met hun interieur willen pronken, maar een leuk leven willen leiden. En dat laten al deze creatieve persoonlijkheden ook zien. Met hun huizen inspireren ze de lezer, en zeker de liefhebber van de Franse way of live.

Wonen als een Parisienne, Ines de la Fressange en Martin Montagut, Terra, € 34,99.

© Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF!

Bouillon Julien in Parijs kleurt groen

In 1906 opende de Parijse Bouillon Julien, een parel in art nouveau-stijl. De oude dame kreeg tijdens opknapbeurten steevast een lik vuil beige-kleurige verf. Totdat de Britse ontwerper John Whelan werd gevraagd om het restaurant in 2018 op te knappen. Onderzoek wees uit dat de oorspronkelijke kleur van de muren een ‘Celadon’-(zee)groen was. 

En dus kreeg het restaurant een groene make-over. Details van het sierstucwerk kleurden wit, waardoor ze fraai tegen het groen afsteken. (Overigens oogt het schilderwerk wat grof en is het sierstucwerk niet minutieus gerestaureerd, maar een kniesoor die daar op let.) De zitbanken kregen bordeauxkleurige bekleding – et voilà: een instagramable interieur.

Bouillon

Het moet gezegd worden: het art nouveau-interieur maakt indruk. Het voelt alsof je een stap terugdoet in de tijd, in het belle époque, om precies te zijn. En dan te bedenken dat dit voor die tijd luxueus ogende restaurant een bouillon was. Een bouillon was oorspronkelijk een restaurant waar werkmannen voor een klein bedrag gekookt rundvlees, geserveerd in een kom bouillon, konden nuttigen. Dit idee van slager Pierre Louis Duval in de tweede helft van de negentiende eeuw kreeg navolging. Zo openden bijvoorbeeld Bouillon Chartier en Bouillon Julien. In 2019 zijn beide restaurants nog altijd zeer vriendelijk geprijsd.

Stilte

Op een zondagavond, in januari 2019, bezochten we dit restaurant. Wat meteen opviel: de spaarzaam bezette tafels; reserveren was niet nodig geweest. We moesten denken aan Bouillon Chartier waar het nu vast en zeker afgeladen zou zijn geweest. Toch was de stilte ook wel prettig. In de relatief kleine ruimte zou het stemmengeluid oorverdovend zijn geweest. Die avond zouden er nog wat gasten aanschuiven, maar echt druk werd het niet.

Aangename prijzen

Net zoals Bouillon Chartier en nieuwe Bouillon Pigalle hanteert Bouillon Julien aangename prijzen. Op de kaart: traditionele Franse gerechten. De poireaux vinaigrette (3,50 euro) was prima – en mooi gepresenteerd. Ook de saucisse, purée et jus à la sarriette (bonenkruid) (9,10 euro) smaakte goed, evenals de afsluiter: crème de marron meringuée (4,90 euro). 

Geen grapje

We zaten fijn in een hoekje in dit fraaie art nouveau-interieur, ons buikje rond gegeten – en toch knaagde er iets. De serveerster die ons welkom had geheten en onze bestelling allerhartelijkst had opgenomen, was nergens meer te bekennen. We misten haar. Een grapje, een kwinkslag. Die interactie met het bedienend personeel vormt een onmisbaar onderdeel  van een Frans restaurantbezoek. En juist dat ontbrak hier.

Gemopper

Wie de recensies op Tripadvisor bekijkt, ziet niet alleen tevreden gasten. Lange wachttijden, gerechten die (de toch al lage) prijs niet waard zou zijn, mensen die gereserveerd hadden maar toch buiten in de rij een uur moesten wachten, rondslingerende afwas… Er wordt heel wat gemopperd, om maar niet te spreken van de tenenkrommende reacties van het management van Bouillon Julien. Hadden wij het getroffen omdat het die avond zo rustig was? Wie zal het zeggen.

We zouden er nog eens kunnen gaan dineren, en opnieuw de proef op de som nemen. Maar voorlopig gaat onze voorkeur uit naar Bouillon Pigalle. Daar maakte onze ober een grap waar we nu nog – evenals aan het eten – met veel plezier aan terugdenken.

© Tekst en foto’s: Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF!