ronald

Recept: flognarde framboise

Het klassieke Franse dessert clafoutis is alom bekend: een gerecht met eieren, bloem, melk, suiker en kersen. Maar verwerk je in het beslag ander fruit, dan geven de Franse het de naam flognarde (ook wel flaugnarde, flougnarde of flangnarde). Zo lezen we op verschillende foodblogs. Monsieur Plusfour maakt ‘m met frambozen.

Wat heb je nodig 

  • eetlepel boter of olie
  • snuf zout
  • 3 eieren
  • 130 g suiker
  • zakje vanillesuiker
  • 70 g bloem
  • 70 ml slagroom
  • doosje frambozen (ca 225 gram)

Aan de slag

Verwarm de over voor op 180 graden.

Vet een aardewerken of porseleinen schaal in. Of gebruik een springvorm die je tot de bovenste rand bekleedt met ingevet bakpapier.

Klop eieren, suiker, vanillesuiker en een snuf zout door elkaar. Voeg al kloppend de bloem toe, en voeg op het laatst room en melk toe.

Leg de frambozen op de bodem van de schaal of de met bakpapier beklede springvorm. Giet het mengsel eroverheen.

Bak circa 30 minuten (prik in het deeg met een satéprikker om te kijken 0f de flognarde gaar is, indien  niet gaar, nog 5 minuten of langer in de oven zetten). Het deeg zal mogelijk rijzen; als de taart afkoelt zakt-ie weer in. De volgende dag is-ie nog lekkerder.

Tips

  • Blijken de frambozen wat zuur van smaak, bestrooi de taart dan met poedersuiker.
  • Je kunt dit nagerecht ook maken met bijvoorbeeld appels. Bak daarvoor de appelschijfjes even in de roomboter.

Bekijk ook de andere recepten op MonsieurPlusfours.nl

© Tekst en foto: Monsieur Plusfours 2021

MELD JE AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Door je in te schrijven ga je akkoord met ons privacybeleid en ontvang je automatisch onze nieuwsbrief, net zolang totdat je je weer afmeldt.

Kijktip: een liefdevolle ontmoeting in Jardin du Luxembourg

In 1979 maakte de Franse schrijfster Françoise Sagan haar eerste korte film: Encore un hiver – en die was meteen een succes. Terecht, want de ontmoeting tussen een oude dame en een jongeman in Jardin du Luxembourg ontroert. Maar anders dan je zou denken.

Het verhaal gaat over een weduwe op leeftijd die wacht op haar vriend na – zo lijkt het – een eenzame winter. De jongeman heeft een afspraak met zijn verloofde. Of ze nu wel of niet komt, het maakt hem niet uit. Er zijn genoeg andere meisjes. De oude dame en de jongeman hebben allebei een heel andere kijk op de liefde.

Pikant detail

In zijn boek Sagan & zoon herinnert Denis Westhoff zich dat zijn moeder Encore un hiver aan al haar gasten toonde. Het stelde haar in staat om een kwartiertje ‘een break te nemen’, waarna ze iedereen in tranen aantrof, schrijft Westhoff.

Bekijk de film op het Internet Archive.

© Monsieur Plusfours 2021

MELD JE AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Door je in te schrijven ga je akkoord met ons privacybeleid en ontvang je automatisch onze nieuwsbrief, net zolang totdat je je weer afmeldt.

La grande dame van de 6e étage in Parijs presenteert haar kookboek

Het is een van de leukste kookboeken van de afgelopen tijd: La cuisine du 6e étage, geschreven door Parisienne Nathalie George. In een piepklein, geïmproviseerd ‘keukentje’ bereidt deze grande dame van de chambres de bonne haar gerechten.

-> scroll down for the English text

Stijlvol gekleed zakt ze door de knieën om een omelet te bakken in een koekenpan die op een elektrisch plaatje op de oude terracotta tegelvloer staat. Achter haar torst een metalen kar een grote oven en keukengerei. Welkom in de ‘keuken’ van Nathalie George. De gang waarin de oven staat geeft toegang tot een kleine kamer met een werkblad – ook een deel van haar keuken. Het dakraam biedt uitzicht op de Parijse luchten.

Dienstbodekamertjes

Nathalie, geboren en getogen in Parijs, bewoont twee chambres de bonne (dienstbodekamertjes) in de Rue Léonce Reynaud, om de hoek bij Musée Yves Saint Laurent Paris in het zestiende arrondisement. Ooit bood de sixième étage plek aan het personeel van de bewoners van de chique huizen; de kamers zijn vaak alleen bereikbaar via een apart (dienstboden)trappenhuis. Nu verblijven er vooral studenten en andere nieuwe bewoners van de lichtstad die blij zijn met hun eerste woonstek. 

Tiny house

Hoe kwam Nathalie, die inmiddels tegen de zeventig loopt en in ‘de artistieke sector’ werkt, terecht op de sixième étage? Zakelijke tegenslag heeft haar naar de zolder gedreven, zo blijkt uit interviews. Met die nieuwe woonplek brak voor haar een andere manier van leven aan; een ervaring die misschien wel te vergelijken is met die van mensen die een ruime woning verruilen voor een tiny house. Want woekeren met ruimte vraagt om een andere levensinstelling.

Gootsteentje

En wat te denken van het ontbreken van een heuse keuken op de Parijse zolderetage, die ze met andere huurders deelt? En waar ze slechts beschikt over een gootsteentje?

Nathalie maakt van de nood een deugd. Haar zorgvuldig samengestelde diners serveert ze op papieren wegwerpborden, gelegen op porseleinen borden voor de stevigheid. Dat scheelt afwas. En de glazen en het bestek reinigen – dat lukt nog wel onder het kraantje. 

Ook bij het boodschappen doen heeft ze de beperkte ruimte steeds in het achterhoofd. Geen grote kroppen sla, want die passen niet in haar koelkastje. Grote koolsoorten: ook geen plek voor. Maar spruitjes of een klein bloemkooltje, dat mag.

Kookboek met drie aktes

Dat het koken eveneens om een andere benadering vraagt, spreekt voor zich. Daarom heeft ze haar kookboek La cuisine du 6e étage opgedeeld in drie delen. Zelf spreekt ze van ‘aktes’, zoals in een toneelstuk: drie sferen, drie levensvormen, drie soorten kookbenaderingen. 

De eerste akte is een liefdevol eerbetoon aan haar oma Gilberte (Gigi voor intimi), van wie ze in haar keuken zowel recepten als de fijne kneepjes van het koken overgeleverd kreeg. Een Franse cuisine bourgeoise met klassiekers als veau à la moutarde, mousse au chocolat en puree de pommes de terre. De recepten zijn goed te maken door ervaren koks, maar voor beginners misschien wat lastiger omdat zowel hoeveelheden van de ingrediënten als gedetailleerde kookinstructies ontbreken. 

In de tweede akte gaat Nathalie op de Italiaanse toer. Dit keer is het een eerbetoon aan haar moeder die haar tijdens vakanties meenam naar plaatsen als Portefino, Genua en Venetië. Natuurlijk vind je in dit deel pasta- en risottogerechten.

In het slotakkoord neemt Nathalie je mee naar haar huidige ‘keuken’, waar ze heel eenvoudige en smaakvolle maaltijden bereidt, zoals kool-, aardappel-  en eiergerechten en salades. En die zich makkelijk laten maken in haar cuisine.

Tijdloos

De recepten in dit kookboek zijn fancy noch pretentieus. Wel eerlijk, smaakvol en tijdloos. Nathalie lardeert ze met herinneringen en anekdotes. En van het eindresultaat geniet ze, vaak in gezelschap van medebewoners, in haar slaap/woon/werk/eetkamer. Je zou zo willen aanschuiven om van haar gerechten en verhalen te mogen genieten. Gelukkig is er het kookboek van deze grande dame van de 6e étage, die de Franse topkoks Joël Robuchon en Yannick Alléno tot haar vrienden mag rekenen. Yannick schreef ook het voorwoord. Het is een terechte lofzang op een bijzondere publicatie.

La cuisine du 6e étage: Du piano au réchaud, Nathalie George, Herodios Editions, 2020, € 20. Onder andere te bestellen via Amazon.fr. Bekijk hier enkele pagina’s uit het boek.

-> La grande dame from the 6e étage in Paris presents her cookbook

It is one of the most interesting cookbooks of recent times: La cuisine du 6e étage, written by Parisienne Nathalie George. In an improvised, tiny ‘kitchen’ this grande dame of the chambres de bonne prepares her dishes.

Stylishly dressed, she drops to the knees to fry an omelette in a pan on an electric plate on the old terracotta tiled floor. Behind her, a metal cart carries a large oven and kitchen utensils. Welcome to the ‘kitchen’ of Nathalie George. The corridor in which the oven stands gives access to a small room with a worktop – also part of her kitchen. The skylight offers a view of the Parisian skies.

Servants’ quarters

Born and bred in Paris, Nathalie lives in two chambres de bonne (servants’ quarters) on Rue Léonce Reynaud, around the corner from the Musée Yves Saint Laurent Paris in the 16th arrondissement. Once, the sixième étage accommodated the staff of the residents of the posh houses; the rooms are often only accessible via a separate (servant’s) staircase. Now it mainly accommodates students and other new residents of the city of lights who are happy with their first place to live.

Tiny house

How did Nathalie, who is now in her seventies and works in ’the artistic sector’, end up on the sixteenth floor? Business setbacks drove her to the attic, according to interviews. With this new place to live, a different way of life began for her; an experience that can perhaps be compared to that of people who exchange a spacious house for a tiny one. After all, using up space requires a different attitude to life.

Small sink

And what about the lack of a proper kitchen on her Parisian attic floor, which she shares with other tenants? And where she only has a small sink?

Nathalie makes a virtue of necessity. She serves her carefully prepared dinners on disposable paper plates, placed on porcelain plates. That saves washing up. And cleaning the glasses and the cutlery – that’s still possible under the tiny tap.

When shopping, she always keeps the limited space in mind. No large lettuce heads, because they don’t fit in her fridge. Large cabbages: no room for them either. But brussels sprouts or a small cauliflower, that will be fine.

Cookery book with three acts

It goes without saying that cooking in such a tiny space also requires a different approach. That is why she divided her cookbook La cuisine du 6e étage into three parts. She herself speaks of ‘acts’, as in a play: three atmospheres, three forms of life, three kinds of cooking approaches.

The first act is a loving tribute to her grandmother Gilberte (Gigi for intimates), from whom she inherited both recipes and the finer points of cooking in her kitchen. A French cuisine bourgeoise with classics such as veau à la moutarde, mousse au chocolat and puree de pommes de terre. The recipes are easy to make for experienced cooks, but may be more difficult for beginners because both the quantities of the ingredients and the detailed cooking instructions are missing.

In the second act, Nathalie goes on the Italian tour. This time it is a tribute to her mother who took her on holidays to places such as Portefino, Genoa and Venice. Of course, you will find pasta and risotto dishes in this section.

In the final section, Nathalie takes you to her current ‘kitchen’, where she prepares very simple and tasty meals, such as egg dishes and salads. They are easy to make in her ‘kitchen’.

Timeless

The recipes in this cookbook are neither fancy nor pretentious. They are honest, tasteful and timeless. Nathalie enriches them with memories and anecdotes. And she enjoys the end result, often in the company of fellow residents, in her bedroom/living/working/dining room. You would love to sit down and enjoy her dishes and stories. Fortunately, there is the cookbook by this grande dame of the 6th floor, who can count the French top chefs Joël Robuchon and Yannick Alléno among her friends. Yannick also wrote the foreword to her cookbook. It is a deserved tribute to an exceptional publication.

La cuisine du 6e étage: Du piano au réchaud, Nathalie George, Herodios Editions, 2020, € 20. It can be ordered from Amazon.fr, among other places. Take a look at some pages from the book.

© Monsieur Plusfours 2021

MELD JE AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Door je in te schrijven ga je akkoord met ons privacybeleid en ontvang je automatisch onze nieuwsbrief, net zolang totdat je je weer afmeldt.

Binnenkijken in een Italiaans interieur met Franse flair

Op Instagram toont de Belgische Renaud Michotte zijn interieuravonturen, zijn aankopen en zijn opgeknapte meubelstukken. Woonde hij eerst in een fraai appartement in Brussel, een paar jaar geleden verhuisde hij voor de liefde van zijn leven naar het Italiaanse Como. Behalve zijn meubels nam hij ook zijn Franse inspiratiebronnen mee.

-> scroll down for the English text

Graag omringt Renaud zich met oude meubels en voorwerpen die hij dagelijks gebruikt – en waaraan hij fijne herinneringen heeft. Deze dierbare stukken mixt hij met een ‘vleugje modern’. Daarvoor laat hij zich inspireren door grote decorateurs uit de jaren vijftig en zestig, zoals Henri Samuel, Georges Geoffroy en Madeleine Castaing.

Waarom? ‘Omdat ze ieder op hun manier antiek herinterpreteerden. Zo herintroduceerde Madeleine Castaing Napoleon III-meubels: ze combineerde deze stijl met antieke designs in een periode dat dit alles eigenlijk niet meer werd gewaardeerd,’ vertelt hij per mail.

‘Henri Samuel stond erom bekend dat hij Lodewijk XVI-meubels in ere heeft hersteld, maar dan gecombineerd met moderne stoffen en moderne meubels,’ vervolgt Renaud. ‘Dat is een aanpak die mij aanspreekt! Geen historische benadering als was het een museum. Mijn interieur moet persoonlijkheid uitstralen – en ik moet me er op mijn gemak voelen.’

Bezoek de webshop van Renaud en volg hem op Instagram.

Take an inside look at an Italian interior with French flair

On Instagram, the Belgian Renaud Michotte shows his interior design adventures, his purchases and his furniture pieces refurbished by himself. He lived in a beautiful apartment in Brussels, but a few years ago he moved to Como, Italy, for the love of his life. In addition to his furniture, he took his French inspirations with him.

Renaud likes to surround himself with old furniture and objects that he uses every day – and to which he has fond memories. He mixes these precious pieces with a “touch of modernity”. He draws inspiration for this from great decorators from the 1950s and 1960s, such as Henri Samuel, Georges Geoffroy and Madeleine Castaing. Why? ‘Because they each reinterpreted antiques in their own way. For example, Madeleine Castaing reintroduced Napoleon III furniture: she combined this style with antique designs at a time when all this was actually no longer appreciated,’ he tells by email.

‘Henri Samuel was known to restore Louis XVI furniture to its former glory, but combined it with modern fabrics and modern furniture,’ Renaud continues. ‘That is the approach that I like! No historical approach as if it were a museum. My interiors have to exude personality – and I have to feel comfortable there.’

Visit Renaud’s webshop and follow him on Instagram 

© Tekst: Monsieur Plusfours 2021; foto’s: Renaud

MELD JE AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Door je in te schrijven ga je akkoord met ons privacybeleid en ontvang je automatisch onze nieuwsbrief, net zolang totdat je je weer afmeldt.

Recept: Poulet au vinaigre

Een supersimpel Frans recept: poulet au vinaigre (kip met azijn). Dankzij de tomatenpuree en de mosterd komen de verschillende smaken mooi in balans.

Wat heb je nodig (voor 2 personen)

  • twee eetlepels olie
  • 250 gr kippendijen, in stukken gesneden
  • een half blikje tomatenpuree
  • een eetlepel mosterd
  • twee eetlepels azijn
  • 80 cl volle melk of room

Aan de slag

Bak de stukken kippendijen in de olie rondom lichtbruin. Voeg dan de rest van de ingrediënten toe. Laat ca 20 minuten op een zacht vuur koken. Is de saus te dun, laat dan nog wat inkoken.

Lekker met bijvoorbeeld parelcouscous en een groene groente zoals peultjes.

Bekijk ook de andere recepten op MonsieurPlusfours.nl

© Tekst en foto: Monsieur Plusfours 2021

MELD JE AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Door je in te schrijven ga je akkoord met ons privacybeleid en ontvang je automatisch onze nieuwsbrief, net zolang totdat je je weer afmeldt.

Je komt ogen tekort in brocante paradijs De Zoete Inval

Je zou het niet meteen verwachten, maar midden in een woonwijk in Zwijndrecht (NL) hebben zich meer dan veertig brocanteurs verzameld. Wie Loods De Zoete Inval betreedt, komt ogen tekort. Overal kleine ‘winkeltjes’ met – betaalbaar – antiek en brocante.

Bedenker van deze shop-in-shop van maar liefst 500 vierkante meter is Corrie Boom. Toen haar eigen brocantewinkel zo’n zes jaar geleden niet het gewenste succes bracht, zette ze er veertien marktkramen neer. ‘Hier konden collega-verkopers hun spullen uitstallen. Zo is de winkel stukje bij beetje gegroeid tot wat het nu is,’ zegt Corrie, die hier ook een eigen shop heeft. 

Eerste kennismaking

Zelf maakte Corrie vijftien jaar geleden kennis met brocante. Ze raakte in een bloemenwinkel in gesprek met een dame die hier zelfgemaakte namaakgebakjes verkocht. ‘Zij werd een goede vriendin en nam me mee naar antiek- en brocantemarkten in België en Frankrijk. Ik was meteen verkocht.’

‘Geen kantjesmens’

Haar eigen huis kreeg een brocante make-over. ‘Wit en licht was het,’ zegt Corrie. ‘Achteraf misschien wat saai. Inmiddels heeft het interieur meer kleur gekregen, en je vindt er ook stoerdere spullen, zoals een verweerde apothekerskast.’ Lachend: ‘In mijn huis komen allerlei stijlen samen. Ik ben nooit echt een “kantjesmens” geweest.’

Boudoirstijl geliefd

Daarmee verwijst ze naar de liefhebbers van de ‘boudoirstijl’ binnen de brocante. Denk: sofa dolls uit de jaren twintig en dertig, kant en vooral romantiek. ’Die stijl blijft altijd en verkoopt bij ons als een dolle.’ En de trends? ‘Het blijven hypes. Staan brocante- en interieurbladen vol met foto’s van stolpen, dan wil iedereen deze decoratieve glazen voorwerpen hebben. Zo werkt het nu eenmaal.’ 

Industriële look

Maar de industriële look is overduidelijk in trek. ‘Stoere kisten bijvoorbeeld doen het goed. Ik zie ook allerlei jonge kopers met spullen in deze stijl naar huis gaan,’ zegt Corrie. ‘Ook leuk: sinds kort hebben we een collega van halverwege de twintig die zich in deze stijl specialiseert. En een leeftijdgenoot opent binnenkort eveneens een shop. Zo hebben we voor iedereen wat wils.’

Warm welkom

Corrie vindt het belangrijk dat iedereen die in haar winkel komt zich thuis voelt. ‘Een zoete inval dus. Dat geldt ook voor de verkopers die ieder een dagdeel per week meehelpen in de winkel. We vormen samen een familie.’ En hebben ze ‘dienst’, dan zullen ze jou als klant vragen of je een kopje koffie of thee wilt. Corrie: ‘Een warm welkom dus. En met een kop in de hand kun je dan rustig rondlopen en -kijken.’

Update: Het avontuur op het Oude land bleek van korte duur. Loods De Zoete Inval heropent vanaf 30 juli 2022, voorlopig voor een half jaar, zijn deuren weer op de oude plek: Duivenvoorde 211B, Zwijndrecht. Geopend: di t/m za van 10.00 tot 17.00 uur

© Tekst en foto’s: Monsieur Plusfours 2021

MELD JE AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Door je in te schrijven ga je akkoord met ons privacybeleid en ontvang je automatisch onze nieuwsbrief, net zolang totdat je je weer afmeldt.

Recept: Crème Dubarry

Madame Du Barry (1743-1793) was de laatste en beroemde maîtresse van Lodewijk XV van Frankrijk. De verschillende gerechten die naar haar zijn vernoemd – steeds met als toevoeging ‘Dubarry’ – bevatten veelal als garnituur bloemkool. Of deze blanke groente vormt een smakelijke vegetarische soep die haar naam draagt. Deze soep is niet te bloemkoolachtig dankzij de toegevoegde prei. Twee smaken die wondermooi combineren.

Wat heb je nodig

  • 30 g boter
  • 2 middelgrote preien, alleen het wit in halve ringen gesneden en in water gewassen
  • 400 g bloemkool in kleine roosjes
  • 2 flinke eetlepels crème fraîche
  • Schepje groentebouillonpoeder (of een blokje)
  • Zout en peper
  • Staafmixer

Aan de slag

Smelt de boter in een pan. Zodra de boter bruist, voeg je de prei toe. Roer om. Voeg na een paar minuten de bloemkoolroosjes toe. Laat 5 minuten bakken; zorg ervoor dat de groenten niet bruinen.

Giet er koud water bij totdat alles onderstaat. Voeg zout en peper toe. Zodra de bloemkool gaar is, de crème fraîche erbij doen. Pureer het geheel met een staafmixer tot een gladde soep. Vind je het mengsel te dik, voeg dan wat water toe. Breng indien nodig verder op smaak met zout en peper. Serveer met boerenbrood.

Weetje

Verschillende verhalen doen de ronde waarom juist bloemkool de eer heeft gekregen om naar Madame du Barry te worden vernoemd. Zou het een een toespeling kunnen zijn op haar gepoederde pruiken? Of naar haar roomwitte huidskleur?

Madame Du Barry door Élisabeth Vigée-Le Brun, 1781.

Bekijk ook de andere recepten op MonsieurPlusfours.nl

© Tekst en foto: Monsieur Plusfours 2021

MELD JE AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Door je in te schrijven ga je akkoord met ons privacybeleid en ontvang je automatisch onze nieuwsbrief, net zolang totdat je je weer afmeldt.

Recept: Tarte fine aux pommes van Ladurée

We schreven het al eerder: nu gasten in deze coronacrisis niet kunnen aanschuiven, delen vele restaurants hun recepten via social media. Een ervan is chefkok Fabrice Rialland van Maison Ladurée. Zo maakte hij een tarte fine aux pommes. Bekijk het filmpje op Instagram. En voor wie geen Frans spreekt: hieronder volgt het recept.

  • 130 gram koude boter
  • 210 gram meel
  • 50 gram poedersuiker
  • 25 gram amandelmeel
  • snuf zout
  • 1 ei
  • 3 appels
  • paar eetlepels extra bloem
  • 30 gram gesmolten boter 
  • paar eetlepels rietsuiker
  • bakpapier
  • deegroller
  • oven

Verwarm de oven voor op 190 graden.

Snijd de boter in kleine blokjes. Meng met je handen de boter en de bloem tot een korrelig mengsel. Voeg poedersuiker, amandelmeel, snuf zout en een ei toe en kneed het mengsel tot een deeg. Strooi wat bloem op je handen en wrijf zo het plakkerige deeg van je vingers en meng dit met het deeg.

Laat het deeg 30 tot 45 minuten rusten in de koelkast.

Knip je een cirkel uit het bakpapier ter grootte van de vorm. Vet het vel in met wat gesmolten boter, strooi er rietsuiker op. Leg het vel in de koelkast.

Schil de appels, haal met een appelboor het klokhuis eruit en snijd doormidden. Snijd de appels in heel dunne plakjes.

Bestuif het werkblad met wat meel en rol het deeg uit tot 5 millimeter dikte. Leg er een bakvorm op en snijd een cirkel uit het deeg. Rol het deel om de deegrol en maneuvreer het deeg op het vel papier.

Prik met een vork gaatjes in de deegbodem en bekleed de bodem met de schijfjes appel in een mooi patroon. Bestrijk de laag appelschijfjes met gesmolten boter en zet 5 tot 10 minuten in de koelkast.

Haal de taart uit de koelkast, bestrooi met rietsuiker en plaats 20 minuten in de voorverwarmde oven. Houd de taart goed in de gaten. Leg er indien bruin genoeg aluminiumfolie overheen en laat verder bakken.

Bekijk ook de andere recepten op MonsieurPlusfours.nl

© Recept: Maison Ladurée; vertaling / bewerking en foto: Monsieur Plusfours 2020

MELD JE AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Door je in te schrijven ga je akkoord met ons privacybeleid en ontvang je automatisch onze nieuwsbrief, net zolang totdat je je weer afmeldt.

Droomhuis: Maison de Colette

Maison de Colette. Foto: Christophe Lorsch / Maison de Colette

Stel, je bent van jongs af aan een enorme liefhebber van het werk van de beroemde Franse schrijfster Colette (1873-1954). En dan krijg je de kans haar ouderlijk huis als museum in te richten. Het moet een droomklus zijn geweest voor museumdirecteur Frédéric Maget.

Het museum La maison de Colette ligt in Saint-Sauveur-en-Puisaye, een plaatsje ruwweg gelegen tussen Parijs en Lyon. Het pand heeft een bijzondere geschiedenis. De Franse schrijfster Colette werd er in 1873 geboren. Tot haar achttiende beleefde ze in dit 19e-eeuwse huis in directoire stijl een gelukkige tijd – totdat haar familie failliet ging en alle huisraad moest worden verkocht. Haar ouderlijk huis zou ze later in haar boeken op een idyllische, haast romantische manier ten tonele voeren.

En weer terug

In 1925 kreeg Colette weer de beschikking over haar ouderlijke woning nadat een bewonderaar het voor haar had gekocht. Vijfentwintig jaar later nam ze er definitief afscheid van, toen ze zich realiseerde dat ze – door ziekte gekluisterd aan haar Parijse appartement – nooit meer naar Saint-Sauveur-en-Puisaye zou kunnen afreizen.

Het huis kwam in handen van een plaatselijke huisarts. En 56 jaar later kwam het weer op de markt. De Vereniging Vrienden van Colette kwam daarachter en waarschuwde de overheid en de pers. De gemeente van Besançon kocht het gebouw, inmiddels met het predicaat ‘historisch monument’, om er een museum van te maken.

Woonhuis wordt museum

En hier komt Frédéric Maget, van jongs af aan een liefhebber van het werk van Colette, om de hoek kijken. Hij is hoofd van de Vriendenclub van Colette en wordt later directeur van museum La maison de Colette. In een interview met het woonblad The World of Interiors (mei 2020) vertelt hij  dat er geen foto’s bestonden van het interieur. Maar door het werk van Colette te bestuderen kon hij zich een beeld vormen. Want de schrijfster had uitgebreid geschreven over de kleuren en patronen van het behang en de gordijnen. Het kenmerkte zich door een kostbare inrichting, die Sido, de moeder van Colette, uit Parijs liet komen.

Nog meer speurwerk

En dankzij het speurwerk van een plaatselijke onderwijzer in de veilingcatalogi rond 1890 kon een derde van het originele meubilair achterhaald worden. Ook de tuin werd aan de hand van Colettes beschrijvingen gereconstrueerd.

Sinds 2016 is Colettes ouderlijk huis als museum te bewonderen. Maar af is het nog altijd niet. Iedereen kan een financiële bijdrage leveren aan de verdere restauratie en inrichting ervan.

© tekst: Monsieur Plusfours 2020; beeld: Christophe Lorsch / Maison de Colette

MELD JE AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Aankomend patissier Klaas droomt van vergeten taarten en koekjes

Klaas van den Berg

Klaas van den Berg (19) heeft van zijn hobby zijn studie gemaakt. Hij droomt van een eigen banketbakkerszaak met vergeten taarten en koekjes.

Wat doe je als je je enorm verveelt? Klaas van den Berg, geboren en getogen op Urk, besloot koekjes te gaan bakken. Voor de eerste keer in zijn leven. ‘Dat mislukte grandioos,’ vertelt hij lachend. Hij nam revanche, maakte de koekjes opnieuw – en kreeg de smaak te pakken. Vele koekjes, taarten, cakes en brood zouden volgen.

Dit is inmiddels alweer zo’n vijf jaar geleden. Van zijn hobby heeft Klaas inmiddels zijn studie gemaakt: hij zit in het tweede jaar van de mbo-opleiding Brood- en Banketbakker aan het ROC van Amsterdam. 

Het experiment

Maakt hij tijdens zijn opleiding vooral de Nederlandse klassiekers, zoals mokkataart, moorkoppen en spijskoekjes, in zijn vrije tijd experimenteert hij met bijvoorbeeld Franse patisserie. Van al die bakavonturen doet Klaas sinds 2015 verslag op Instagram. Niet alleen met foto’s maar steeds vaker ook met een uitgebreide toelichting op wat en hoe hij iets gemaakt heeft. En soms zelfs met een lesje geschiedenis erbij. Het moge duidelijk zijn: hier is een bevlogen aankomend patissier aan het woord. 

Genoises volgens een recept van Marie-Antoine Carême

Parijse patissier

Eigenlijk wilde Klaas architect worden, maar dat is dus anders gelopen. Zowel zijn bakavonturen als YouTube-filmpjes van beroemde banketbakkers deden hem ertoe besluiten zijn hart te volgen. En laat er nu net een Parijse, achttiende-eeuwse meester-patissier te zijn geweest die indrukwekkende bouwwerken van suikerdeeg maakte. Niet zozeer om te eten, maar meer bedoeld als tafelversiering. Deze patissier, chef-kok en auteur, Marie-Antoine Carême (1784-1833) genaamd, heeft een van de eerste stappen gezet om de Franse keuken en patisserie te verfijnen, doceert Klaas.

Biscuit à l’ Italienne

‘De Franse keuken en patisserie waren in die tijd vrij zwaar. Zo waren er veel vleesgerechten en ook was alles stevig gekruid. Carême toonde zich een groot voorstander van verse groenten, groene kruiden en luchtige taarten met een verfijnde vulling. Denk bijvoorbeeld aan de Biscuit à l’ Italienne. Deze biscuittaart is gevuld met koffie-banketbakkersroom en voorzien van een laag meringue en verkruimelde bitterkoekjes,’ vertelt Klaas. ‘Later zou de Franse chefkok Auguste Escoffier met zijn boek Le Guide Culinaire voortborduren op de filosofie van Carême.’

Pain à la Duchesse

Pain à la Duchesse

Geschiedenis was een grote favoriet van Klaas op de middelbare school. En dat is het onderwerp nog steeds. Graag verdiept hij zich in de historische aspecten van bijvoorbeeld de eclair, een soort langwerpige slagroomsoes. ‘De uitvinder ervan is waarschijnlijk de eerder genoemde Marie-Antoine Carême,’ aldus Klaas. Deze meester-patissier publiceerde het gebakje in zijn boek Patissier Royal Parisien (1815). Hij gaf het de naam Pain à la Duchesse. Ook ontdekte Klaas dat het gebakje de helft kleiner was dan zijn huidige versie, namelijk acht centimeter. Die afmeting verleende de lekkernij meer elegantie, denkt Klaas.

Cees Holtkamp

Graag spreekt Klaas over dit soort zaken met Cees Holtkamp, oprichter van de befaamde Patisserie Holtkamp aan de Vijzelgracht in Amsterdam en inmiddels ook bekend van zijn online kookfilmpjes. ‘Cees heb ik leren kennen via Facebook. Hij is een echte verhalenverteller, en hij weet niet alleen veel over patisserie maar ook over de geschiedenis van Amsterdam. Samen drinken we af en toe drinken een kop koffie.’

Zijn eerste stage heeft Klaas bij de horecatak van Patisserie Holtkamp gedaan. En in het derde jaar hoopt hij zijn stage in de banketbakkerswinkel aan de Vijzelgracht te kunnen doen. ‘Volgens Cees gaat dat lukken.’

Tijdmachine

Mocht er een tijdmachine bestaan, dan zou Klaas graag rondlopen in de jaren twintig, dertig, veertig en vijftig. Zo steekt hij zich graag strak in een klassiek pak, de haren glimmend achterover gekamd – en natuurlijk houdt hij van de taarten en andere heerlijkheden uit die voorbije jaren. Zoals de zogenaamde bijoutaart, gemaakt met gekonfijt fruit. ‘Die vruchtjes zouden eruitzien als edelstenen. Tot in de jaren veertig behoorde deze taart tot het standaard repertoire van de banketbakker. Daarna verdween hij uit de vitrine,’ zegt Klaas met enige weemoed in zijn stem.

Ooit hoopt Klaas in een grote stad een eigen zaak te beginnen. Hij ziet het al helemaal voor zich: in de vitrines prijken ‘vergeten’ taartjes en koekjes, voorzien van een bordje met het jaar waaruit het recept dateert. De bijoutaart is alvast een grote kanshebber.

© tekst: Monsieur Plusfours 2020; beeld: Klaas van den Berg

MELD JE AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF!