ronald

Slaapmasker Masterpieces Never Sleep krijgt prijs

Masterpieces Never Sleep – slaapmaskers geïnspireerd op het ‘Portret van een meisje in het blauw’ van Johannes Cornelisz. Verspronck – is uitgeroepen tot winnaar van de Rijksstudio Award 2017, de internationale designwedstrijd van het Rijksmuseum.

Wat kun je allemaal doen met de ruim 310.000 digitale beelden van kunstwerken die het Rijksmuseum sinds 2012 in Rijksstudio aanbiedt? Afbeeldingen die je gratis en zonder zorgen kunt gebruiken omdat de auteursrechtelijke bescherming ervan afgelopen is.

Natuurlijk, je kunt een mok of een dienblad verfraaien met een meesterwerk. Maar om het creatieve gebruik te stimuleren – en de bekendheid van dit afbeeldingenwalhalla te vergroten – is sinds 2014 de Rijksstudio Award in het leven geroepen. Want de beelden zijn ook te gebruiken in bijvoorbeeld mode, fotografie en video.

Lesha Limonov uit Wit-Rusland ‘knipte’ uit een aantal meesterwerken de vorm van een slaapmasker en printte dit op stof.  Hij won 10.000 euro met zijn winnende ontwerp.

Nummer 2 werd het concept voor de Eden Condoms van Esther Pi & Timo Waag (Spanje) en nummer 3 werden de Plantstudie Hats van Jessie Hall (Engeland).

© Tekst: Monsieur Plusfours 2017 / Beeld: Rijksmuseum

BENIEUWD NAAR ANDER DESIGNNIEUWS?
MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Frans Ankoné over de modetentoonstelling ‘House Style’ in landhuis Chatsworth House

Chatsworth House in Derbyshire (Engeland) is sinds 1549 de thuisbasis van de familie Cavendish. De tentoonstelling ‘House Style’ laat zien hoe fashionable verschillende bewoners van dit imposante landgoed de afgelopen eeuwen waren – en nog steeds zijn. Stylist en image consultant Frans Ankoné reisde af naar Derbyshire.

De eerste indruk is meteen raak. ‘Het landgoed is gi-ga-groot, met vele huizen erop, en alles is on-voor-stel-baar goed bijgehouden,’ zegt Frans Ankoné. ‘Chatsworth House zelf is als een droom. Zo groots. De kamers zijn stuk voor stuk prachtig gedecoreerd. Denk bijvoorbeeld aan fraaie marmerbeschilderingen. En dan die grote, luxueuze trappenhuizen! Hier hangen grootse portretten van de mensen die hier ooit gewoond hebben. Heel indrukwekkend allemaal.’

Foto: Frans Ankoné

Beroemde vrouwen

De bezoeker krijgt op de tentoonstelling een indruk van de stijl en de persoonlijkheid van verschillende beroemde vrouwen die in Chatsworth House woonden. Neem bijvoorbeeld Georgiana Spencer, hertogin van Devonshire, die in de 18e eeuw haar stempel op de mode van die tijd heeft gedrukt. Of Deborah Cavendish, hertogin van Devonshire en een van de zes Mitford-zusjes, Adele Astaire (zus en danspartner van Fred) en Kathleen Cavendish (zus van John F. Kennedy).

‘Er was zelfs kleding te zien van Stella Tennant, de kleindochter van de 11e hertog van Devonshire. Zij heeft bij mijn weten nooit echt in Chatsworth House gewoond. Maar op die manier kon de curator van de tentoonstelling, Hamish Bowles van de Amerikaanse Vogue, de tentoonstelling wat hedendaagser maken,’ zegt Frans Ankoné.

Veel sfeer

De tentoonstellingsontwerpers Patrick Kinmonth en Antonio Monfreda, die vele mode-exposities op hun naam hebben staan, hebben mooi gebruik gemaakt van de ruimtes in Chatsworth House, vindt Frans Ankoné. ‘Zo’n expositie met oude kleding is toch altijd wat ingewikkeld. En dan ook nog eens in een landhuis. Maar de ontwerpers hebben het prachtig gedaan en ze hebben de tentoonstelling ook veel sfeer meegegeven.’

Damien Hirst

Er was bijvoorbeeld een galerij met allerlei grote vitrines en in de kapel van het landgoed was alles te vinden wat met leven en dood te maken had. ‘In die kapel stond dan wel weer een groot, gouden beeld van de Britse kunstenaar Damien Hirst. Dat maakte de mix tussen oud en en nieuw heel spannend.’

Foto: Frans Ankoné

Truien met gekke teksten

In een grote zaal was een gala verbeeld waarbij de poppen kleding droegen van modehuizen als Chanel, Balmain, Vivienne Westwood, Dior en Gucci, de sponsor van deze tentoonstelling. Hoe fraai die kleding ook mocht zijn, een van de meest geestige geëxposeerde kledingstukken vond Frans Ankoné de truien van de 10e hertog van Devonshire. ‘Op die truien waren gekke teksten geborduurd als “The Gay George” en “Today I don’t feel well”. Maar het allerleukste vond ik persoonlijk een paar pantoffels van diezelfde hertog. Ze waren duidelijk al vele malen opgelapt.’

Foto: Frans Ankoné

Is de expositie House Style een must see?

‘Absoluut,’ zegt Frans Ankoné. ‘Zeker in combinatie met een bezoek aan het landhuis en een wandeling door de tuin. En nog leuker: overnacht in een van de dorpjes in de buurt – voor het ultieme Engelse plattelandsgevoel.’

Tip 
‘Ga ook even naar binnen bij de Orangery shop van Chatsworth House,’ zegt Frans Ankoné. ‘De winkel is zeker de moeite waard’.

 

De tentoonstelling House Style is te zien tot en met 22 oktober 2017. Tickets zijn verkrijgbaar via www.chatsworth.org/house/

 

© Tekst: Monsieur Plusfours 2017 / Foto’s: Frans Ankoné

BENIEUWD NAAR ANDER MODENIEUWS?
MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Foto: Frans Ankoné

Foto: Frans Ankoné

Nieuw tijdschrift Luncheon mixt food, fashion en art

Dit voorjaar verscheen alweer het derde nummer van een magazine dat de luncheon (lunch) als centraal thema heeft, gemixt met kunst en mode.

Achter Luncheon gaat het Britse creatieve duo Frances von Hofmannsthal en Thomas Persson schuil. In 2016 presenteerden ze de eerste editie van dit big size magazine: 27 x 38 cm, net iets kleiner dan A3.

Je leest dit blad aan (de keuken)tafel of in een luie stoel waarbij je de ruim 1 kilo wegende hoeveelheid papier op de knieën laat rusten en het ondertussen met beide handen stevig vasthoudt. Een tikkeltje onhandig formaat misschien, maar een feest voor vormgevers om eens flink uit te pakken met beeldmateriaal. En een visueel genot voor de lezer.

We schreven het al: het blad is een mix van food, kunst en veel mode. De lezer bladert dan ook eerst langs advertenties van Gucci, Dior, Hermes en andere grote modemerken voordat de inhoud van het magazine zich blootgeeft. Maar is het daarmee een modeglossy? Volstrekt niet.

Monsieur Dior

De inhoud is een mengeling van ‘oud’ en ‘nieuw’. Verhalen over Café de Flore, Monsieur Dior (die 60 jaar geleden overleed), all time favorite Elizabeth David, Rei Kawakubo (van wie op 4 mei in het Costume Institute van het Metropolitan Museum of Art in New York een expositie is geopend) en Irving Penn (aan wie het Metropolitan Museum of Art een foto-expositie wijdt). Het zijn stuk voor stuk odes aan ‘instituten’ – zowel in tekst als in heel veel beeld, veelal zwart-wit en soms een explosie van kleur.

Recepten

Deze derde editie biedt nog veel meer: schilder John Minton (ook 60 jaar geleden overleden), een verhaal van Somerset Maugham, het Berlijnse modecollectief GMBH, actuele moderne kunst en mode, en nog meer verhalen. En als slotakkoord: twee op Elizabeth Davids kookboeken geïnspireerde recepten. Want: je krijgt wel trek na lezen van dit met dit liefde gemaakte nummer.

Smaakt dit naar meer?

Ja, trakteer ons op een volgende Luncheon, please.

Luncheon is hier te bestellen. In Nederland is het magazine verkrijgbaar bij Athenaeum Nieuwscentrum in Amsterdam.

© Tekst: Monsieur Plusfours 2017

BENIEUWD NAAR ANDER MAGAZINENIEUWS?
MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

 

Antiek & brocante walhalla: De Witte Eenhoorn in Utrecht

Een bezoek aan het centrum van Utrecht is voor ons niet compleet zonder even bij De Witte Eenhoorn te zijn binnengestapt. Hier presenteert de eigenares haar vondsten van veilingen: serviezen, vazen, lampen en wat al niet meer – en dat alles voor vriendelijke prijzen. Ook voor schilderijen ben je hier aan het juiste adres. Vaste openingstijden kent deze winkel niet. Vaak heeft de eigenares de deuren van haar brocantewalhalla in de middag geopend, maar het is raadzaam om van tevoren even te bellen.

De Witte Eenhoorn, Oudegracht 300, 3511 NX Utrecht. Telefoon: 06 – 28 75 66 74

© Tekst en foto’s: Monsieur Plusfours 2017

BENIEUWD NAAR ANDER SHOPPINGNIEUWS?
MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Palais Galliera in Parijs verandert in permanent modemuseum

Foto: Mbzt, CC BY 3.0

Met de opening van Palais Galliera, musée de la mode de la ville de Paris, heeft Parijs er sinds 2013 een fraaie plek voor mode-exposities bij gekregen. Het 19e-eeuwse pand herbergt hoge, intieme, ja zelfs vorstelijke ruimtes op de begane grond. Nu maakt het museum een nieuwe stap in zijn bestaan bekend.

De kelder, 670 m³ groot, zal in 2019 veranderen in ‘Salles Gabrielle Chanel’ (kamers van Gabrielle Chanel). Op de begane grond komen de tijdelijke exposities, een verdieping lager – de kelder – zal de vaste collectie van het museum te zien zijn. En bezoekers staan ’s maandags niet langer voor een dichte deur: het museum zal voortaan de hele week geopend zijn.

De kosten van dit grootse project, 5,7 miljoen euro, worden opgebracht door het Parijse stadsbestuur en het modehuis Chanel. Daarmee zorgen zij ervoor dat Parijs – en Frankrijk – vanaf 2019 een permanent modemuseum heeft.

Update

De verbouwing van Palais Galliera is pas in 2019 van start gegaan. In 2020 zal het museum weer zijn deuren openen. Op instagram zijn de ontwikkelingen te volgen.

© Tekst: Monsieur Plusfours 2017

BENIEUWD NAAR ANDER PARIJSNIEUWS?
MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Foto: Mbzt, CC BY 3.0

Juliette Gréco blaast 90 kaarsjes uit

Juliette Greco op Schiphol 29 maart 1966. Foto: Ron Kroon / Anefo – Nationaal Archief. CC BY-SA 3.0

De Franse actrice en chansonnier Juliette Gréco is vandaag 90 geworden.

‘De muze van Saint-Germain-des-Prés’ werd ze genoemd. Of ‘la grande dame’ van het Franse chanson. Juliette Gréco werd in 1949 ontdekt door de Franse filosoof Jean-Paul Sartre. Hij zei: ‘Gréco heeft miljoenen in haar keel zitten: miljoenen gedichten die nog niet geschreven zijn, en waar men er enkele van zal schrijven.’ Terwijl ze nog nooit een noot gezongen had. De rest is geschiedenis.

Haar manier van kleden heeft ze na de tweede wereldoorlog nooit meer veranderd. Zoals ook bleek tijdens haar afscheidstournee in 2015, waarbij ze voor het laatst in Nederland optrad. Nog altijd is heur haar zwart (met een pony), draagt ze zwarte kleren en zijn haar ogen zwart omrand.

En haar liederen? Die zijn na al die jaren nog steeds fijn om naar te luisteren. Met als bonus: de prachtige tijdsbeelden van de jaren ’50 en ’50. Kijk zelf maar.

Update: Op 23 september 2020 blies Juliette Gréco haar laatste adem uit.

© Tekst: Monsieur Plusfours 2017

BENIEUWD NAAR ANDER FRANS NIEUWS?
MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

 

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF

Boek We are dandy: deze heren verstaan de kunst van het kleden

Geïnteresseerd in stijl? In de kunst van het kleden? Dan ben je bij het boek We are dandy aan het het juiste adres. 

In 2013 verscheen I am dandy. Daarop is nu een vervolg gekomen: We are dandy. Opnieuw portretteert fotograaf Rose Callahan heren die de kunst van het kleden verstaan. En journalist Nathaniel Adams biedt in lezenswaardige stukken weer de nodige context. Zij presenteren meer dan 60 Aziatische, Amerikaanse, Afrikaanse, Europese en Scandinavische ‘dandy’s’.

Spaghetti

‘Elegance is like spaghetti,’ laat de Milanese Gian Maurizio Fercioni, een van de geportretteerden, door Nathaniel Adams optekenen. ‘Spaghetti pomodore is simple. But if you want to make it with the best ingredients it becomes elegant.’ Niet verwonderlijk dus dat Maurizio Fercioni kiest voor kleding die gemaakt is van ‘de beste materialen’: wol, zijde en katoen. En altijd met een klassieke Italiaanse snit.

‘Blonde and vulgair’

Heel anders is de kledingstijl van art director Aymeric Bergada du Cadet. Die is, zoals Nathaniel Adams het mooi beschrijft, een samensmelting van de jaren ’90 van de 18e eeuw en de jaren ’70 van de 20ste eeuw. ‘I was very into pink for a long time before – when I was chic. Now I am blonde and vulgair.’ Hij heeft niets te veel gezegd.

Teddy boys

Of neem Freddy Foulkes, zoon van schrijver Nicholas Foulkes. Freddy laat zich inspireren door de (klassieke) kledingstijl van zijn vader, maar mixt die met stijlelementen van Teddy boys, skinheads en mods. Hij is zijn kledingstijl nog aan het ontwikkelen. Maar hij heeft overduidelijk het ‘stijl’-gen van zijn – even stijlvolle – vader geërfd.

Polijsten

Het zijn een paar voorbeelden van uiteenlopende stijlen die in We are dandy aan bod komen. Die kledingstijlen zijn niet onderhevig aan mode, maar nauw verbonden met de drager ervan.

Een ding maken de interviews duidelijk: deze manier van kleden ontwikkel je niet van de ene dag op de andere. Langzaam aan vind je een stijl waarin je je prettig voelt, die bij je past – om die stijl daarna te perfectioneren, te polijsten en te vervolmaken. De een gaat daar verder in dan de ander. Neem de Japanse Haruo Suzuki. Hij bepaalt vooraf wat hij een week voor outfits zal dragen – met 3 (!) looks voor op één dag.

Interieurs

Door de interview is We are dandy een fijn leesboek. Maar bovenal is het een fotoboek, om je te laten inspireren door de soms opmerkelijke, soms zeer ingetogen outfits. Het aantal afgebeelde interieurs van de heren is iets minder talrijk dan in I am dandy. Het blijft fascinerend om te zien hoe de interieurs en hun bewoners mooi samenvallen.

Instagram

In de inleiding beschrijft Nathaniel Adams de totstandkoming van We are dandy. Voor de eerste editie maakte fotograaf Rose Callahan een selectie op basis van de namen die ze vooral viavia had doorgekregen. Voor de tweede editie bekeek ze vooral heel veel portretten van goed geklede mannen op Instagram.

En daarbij ging het haar niet om het aantal volgers dat ze hadden, maar om de inhoud van hun kledingkast. Overigens klopten verschillende heren zelf op de deur: ze wilden graag in het boek opgenomen worden. Maar daar waren de samenstellers beducht voor.

Het eindresultaat is een boek vol heren die de kunst van het stijlvol en elegant kleden verstaan. Een boek dat inspireert en – laten we eerlijk zijn – eigenlijk  door alle mannen gelezen zou moeten worden. Al was het maar om de wereld iets stijlvoller te maken.

We are Dandy; The Elegant Gentleman around the World. Rose Callahan (fotografie), Nathaniel Adams (teksten). Uitgeverij Gestalten, € 39,95 

© Tekst: Monsieur Plusfours 2017

NOG MEER FASHIONNIEUWS OP JE BORD?
MELD JE AAN VOOR DE GRATIS MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF!

Instagramtip: Parijse tegelvloeren

De kracht van een fotograaf is om dingen te zien die anderen ontgaan. Dingen waar menigeen gedachteloos langs loopt. Of overheen loopt. Zo concentreert de Duits/Belgische interieurfotograaf Sebastian Erras, woonachtig in Duitsland, zich op vloeren. Parijse tegelvloeren om precies te zijn. 

Sinds mei 2015 legt Sebastion Arras Parijse tegelvloeren vast en plaatst de beelden op Instagram. Inmiddels heeft de fotograaf bijna 500 foto’s geplaatst. Hij is inmiddels iets meer dan 110.000 volgers verder en wekelijks komen daar zo’n 1000 bij, aldus Erras.

Door tijdgebrek post hij niet meer dagelijks een foto; hij beperkt zich nu tot drie keer per week. Maar het stramien is ongewijzigd: de blik blijft naar beneden gericht: een bonte tegelvloer ergens in Parijs, vergezeld van een paar schoenen met een stukje broekspijp.

www.instagram.com/parisianfloors

© Tekst: Monsieur Plusfours 2016, beelden: Sebastion Arras

NOG MEER ART NIEUWS OP JE BORD? MELD JE AAN VOOR DE GRATIS MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF!

Sieradenwalhalla en -encyclopedie gelanceerd

Sieradenliefhebber Esther Doornbusch is dit najaar Hedendaagsesieraden.nl begonnen. Wat drijft haar?

Wat is een sieraad voor jou?

‘Een draagbaar kunstwerk; aantrekkelijk voor mezelf om naar te kijken. Zelf draag ik vooral ringen: die zie ik zelf het beste.’

Ze vallen op?

‘Ja, ze brengen regelmatig verrassende gesprekken of contacten teweeg. Ze fungeren als ijsbreker of conversation piece. Mensen durven je erop aan te spreken als je iets bijzonders draagt. Ik vind dat leuk. Sieraden zijn een communicatiemiddel.’

Je achtergrond?

‘Kunsthistoricus, frequent museumbezoeker en vakidioot: ik ben catalogiseerder van museale collecties bij het Rijksmuseum. Daarbij schrijf ik graag en ben ik dit jaar bestuurslid geworden van de Stichting Francoise van den Bosch. Dit is een onafhankelijk particulier initiatief dat hedendaagse sieraadvormgeving stimuleert.’

En nu een site?

‘Een deel van de inhoud die nu op HedendaagseSieraden.nl staat wilde ik eerder graag delen op een ander digitaal kennisplatform (Wikipedia), maar dat bleek niet het geschikte medium. Op een eigen website ben ik vrijer in het presenteren van de inhoud alsook in het delen van beeldmateriaal.’

Hoe bevalt je eigen platform?

‘Het is erg leuk, een tikkie verslavend zelfs. Door het schrijven vergaar ik bovendien kennis en soms kom ik door onverwachte verbanden weer tot nieuwe inzichten.’

Hoe zijn de reacties uit de sierradenwereld?

‘Het vakgebied is klein en de website heeft zich daarin snel rondgezongen. Veel ontwerpers, verzamelaars, galeriehouders, conservatoren en andere betrokkenen zijn enthousiast over mijn initiatief. Ze voorzien mij met gulle hand van beeldmateriaal en soms ook van archieven met krantenknipsels, uitnodigingen en ander materiaal.’

Waar schrijf je over?

‘Sieraadontwerpers, betrokken galeries, opleidingen, prijzen, publicaties, tentoonstellingen, musea et cetera. Heel breed dus.’

En dat doe je allemaal in je eentje? 

‘Tot nog toe wel. Het is eigenlijk een voltijdbaan naast de voltijdbaan die ik al heb bij het Rijksmuseum. Schrijven vind ik leuk, maar fotograferen is niet echt mijn hobby. Dus de inbreng van iedereen die aardig beeldmateriaal of ander audiovisueel materiaal kan en wil delen is zeer welkom! Dat geldt ook voor suggesties en tips voor op de website.’

Je site heeft wel iets weg van een encyclopedie.

‘Klopt, en het leuke van een encyclopedie is is dat het nooit af is. Ook kan het altijd beter. En er zijn steeds nieuwe ontwikkelingen om te beschrijven.’

Wat hoop je met je site te bereiken?

‘Graag wil ik het enthousiasme en de kennis over hedendaagse sieraden vergroten om zo een groter bewustzijn alsook podium in musea en daarbuiten te creëren.’

Over een podium gesproken: hoe gaat het met de in sieraden gespecialiseerde galeries?

‘De infrastructuur van galeries in Nederland was en is nog steeds goed. Maar door de komst van internet speelt de galeriewereld een steeds minder bepalende rol in het carrièreverloop van sieradenontwerpers. Het is dan ook vooral spannend wat er de komende jaren met de drie Nederlandse galeriehouders en hun galeries gaat gebeuren.’

Drie Nederlandse galeries?

‘Ja, Nederland telt drie gespecialiseerde sieradengaleries: Galerie Ra (1976) van Paul Derrez (1950). Dan heb je nog Galerie Marzee (1978) van Marie-José van den Hout (circa 1941). En tot slot is er Galerie Rob Koudijs (2007) van zijn naamgever (Rob is ook vet 70+).’

Verdere plannen voor je site?

‘Genoeg! In het nieuwe jaar wil ik voor Hedendaagsesierraden.nl 150 nieuwe artikelen schrijven, waarvan minstens 75 over kunstenaars. En natuurlijk stukken over galeries, tentoonstellingen, musea, opleidingen en conservatoren. Ook zal ik uitgebreid aandacht besteden aan het tienjarig jubileum van Galerie Rob Koudijs op 1 april 2017.’

Tekst: © Mister McCool 2016, beeld homepage; Lauren Tickle, bedel, 2018. Foto met dank aan Sienna Patti © (via HedendaagseSieraden.nl)

NOG MEER ART NIEUWS OP JE BORD? MELD JE AAN VOOR DE GRATIS MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF!

Jantje Fleischhut, Precious Plastics, 2013. Foto met dank aan Jantje Fleischhut©

Christoph Ribbat schrijft onderhoudende minigeschiedschrijving van het restaurant

‘De geschiedenis van het Europese restaurant begint met mensen die geen honger hebben. Of doen alsof ze geen honger hebben.’ Zo begint een van de vele minihoofdstukjes van In het restaurant; een cultuurgeschiedenis in vier gangen (2016) van Christoph Ribbat. Zijn boek is een lappendeken van allerlei kleine stukjes uit de geschiedenis van het restaurantwezen vanaf de 18e eeuw.

Luxueus gemeubileerde eethuizen-nieuwe-stijl

Terug naar Parijs, waar rond 1760 een ondervoede massa woont. Wie het zich kan veroorloven eet zijn buik rond in een herberg of eethuis. Maar dat geldt niet voor de elite. Die heeft een ‘teer gestel’ en eet nauwelijks. Als ze eten, doen ze dat in luxueus gemeubileerde eethuizen-nieuwe-stijl, aldus Ribbat, een Duitse hoogleraar amerikanistiek. De elite nestelt zich in ruimtes met grote spiegels waarin men elkaar en anderen kan bekijken terwijl ze uit een decoratieve porseleinen kommetjes ‘restauratieve’ bouillons nuttigen. En dat is tevens de naam van deze nieuwe eetgelegenheden.

Hier eten mannen en vrouwen samen

Nieuw eraan was de aandacht die deze eetgelegenheden hadden voor de individuele mens en zijn wensen, schrijft Ribbat. ‘Anders dan in een herberg hoeven de gasten er niet bij allerlei onbekenden aan te schuiven aan een lange tafel, maar krijgen ze een eigen tafeltje. Ook lijkt het er niet op een koffiehuis. Je leest er niet de krant, je stapt er niet binnen om te debatteren. ‘Je komt er om je te ontspannen en je gevoeligheid te tonen.’ En ook om een zekere privacy op te zoeken. ‘Het restaurant […] heeft nissen en alkoven waar de gasten – groepen en stellen –  zich terugtrekken.’ En het meest verrassend: hier komen mannen en vrouwen om samen te eten.

El Bulli

200 pagina’s lang lepelt Christoph Ribbat dergelijke eetcultuurfeitjes op. Hij neemt de lezer mee langs restaurants in allerlei wereldsteden, vanaf de 18e eeuw tot heden (Alice Waters, El Bulli en het new Nordic cuisine-restaurant Fäviken). Hij heeft niet alleen oog voor de gasten, maar ook voor de koks en de bediening die allen keihard moeten werken en slecht betaald krijgen. Restaurants zijn een spiegel van de samenleving.

Oesters en bouillabaisse

Hoe ging het verder met die Parijse restaurants? Die serveerden in de late 18e eeuw meer dan alleen bouillon. Kip, macaroni, compotes en crèmes, eieren en jam staan op het menu, weet Ribbat. Of denk aan oesters, bouillabaisse. Aan het begin van de 19e eeuw heeft het nieuwe type restaurant zijn plaats veroverd – alleen in Parijs en nauwelijks in de rest van Frankrijk. Maar langzaam zal het fenomeen zich als een olievlek over Europa uitspreiden.

De rest is geschiedenis. Een heel lezenswaardige en fascinerende geschiedenis.

Christoph Ribbat, In het restaurant; een cultuurgeschiedenis in vier gangen (2016). Atlas Contact, € 21,99 (boek), € 14,99 (ebook) 

© Tekst: Monsieur Plusfours 2016

NOG MEER CULINAIR NIEUWS OP JE BORD? MELD JE AAN VOOR DE GRATIS MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF!