ronald

Recept: de makkelijkste paté ever

Een Franse paté maken is supersimpel. Zeker met dit snelrecept.

Ingrediënten

  • ca 450 gram worstvlees (tip: koop de lekkerste worsten die je kunt vinden en haal het vlees uit de darmen)
  • ca 300 gram kippenlevers, kleingesneden
  • 1 ei, losgeklopt
  • 1,5 eetlepel verse tijm
  • 2 eetlepels cognac
  • zout en peter
  • patévorm
  • oven
  • ovenschaal waarin de patévorm past

Aan de slag

  • Verwarm de oven voor op 180 graden
  • Meng worstvlees, kippenlevers, ei, tijm en cognac. Voeg nog wat zout en peper toe (let op: het worstvlees is al gekruid). 
  • Doe het mengsel in een patévorm die is ingevet met wat (olijf)olie. Zet de vorm in de overschaal en giet een laagje water in de schaal. 
  • Zet de ovenschaal met de patévorm in de oven. Prik na ca drie kwartier met een houten prikker in de paté en kijk of-ie gaar is
  • Laat de paté afkoelen en zet in de koelkast.
  • Haal de paté de volgende dag een uur voor het serveren uit de koelkast. Serveer in plakken met kleine augurkjes en stokbrood.

Tip

Vraag je je af of de paté wel genoeg op smaak is? Bak een ruime eetlepel van het vleesmengsel in een eetlepel olie in een koekenpan. En proef. Smaakt het gebakken mengsel flauw, voeg dan extra peper en zout toe.

Bekijk ook de andere recepten op MonsieurPlusfours.nl

© tekst en foto: Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Ondertussen in Parijs: huizen steeds meer onbetaalbaar

Île de la Cité, Parijs

Wie nu in Parijs een huis wil kopen, moet nog dieper in de buidel tasten. Want de vierkantemeterprijs is nog nooit zo hoog geweest: 10.000 euro. Maar voor populaire wijken kan een gewild huis algauw het dubbele of zelfs meer opbrengen.

Dankzij de hoge huizenprijzen wordt Parijs steeds meer een stad voor de rijken en allerrijksten. Een appartement met een paar slaapkamers doet algauw een miljoen euro. Maar het meeste betaal je in de Triangle d’Or, aan de rechteroever van de Seine. In dit gebied tussen de Arc de Triomphe en Place de la Concorde kunnen de prijzen algauw oplopen tot 20.000 euro of meer per vierkante meter.

Record

Afgelopen voorjaar sneuvelde er een nieuwe record: een appartement in het 7de arrondisement bracht maar liefst 39 miljoen euro op. En ondertussen rijzen de prijzen van ‘rijke’ voorsteden als Levallois en Boulogne-Billancourt fors. Maar ook in voorsteden als Bagnolet en Saint-Ouen betalen huizenkopers steeds hogere bedragen.

Een selectie uit het huizenaanbod op immobilier.lefigaro.fr. Klik op de afbeelding voor het gehele aanbod

Huren?
Hoewel tweederde van alle woningen in Parijs huur betreft, valt slechts een krappe 20 procent in de sociale sector. Wie dus wil huren, maakt het meest kans in de vrije markt. En dan kom je al snel uit op minstens 1000 euro voor een appartement van zo’n 35 vierkante meter. Wie groter en meer op stand wil wonen, moet algauw duizenden euro’s neertellen.

Gevolgen
De gevolgen van de steeds hogere koop- en huurprijzen laten zich raden. Wie een baan buiten de lichtstad kan vinden, trekt weg – en  verkoopt zijn of haar huis met een vette winst. En ondertussen stijgt het aandeel aan woonkosten voor diegenen die in Parijs blijven wonen: 40 tot 50 procent is geen uitzondering meer. De Parijse wethouder Ian Brossat heeft nog een troef in handen: hij heeft de huurverhogingen aan banden gelegd.

Lees ook: ‘Een recept voor mislukking: een appartement in Parijs verbouwen’

© tekst en foto: Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Recept: Saint-Germain soep

Deze soep op basis van gele spliterwten is echt een soep voor de winter. En makkelijk te maken.

-> scroll down for the English text

Er zijn vele manieren om deze Franse potage Saint-Germain te bereiden. Dit is een snelle versie ervan, die in loop der jaren een succesrecept is geworden. Je kunt de spekjes weglaten, en er een vegetarische variant van maken.

Ingrediënten

  • 500 gele spliterwten (bij de toko te vinden, al kun je ook de groene nemen); minstens een uur geweekt in koud water, maar liever nog een hele nacht
  • klontje boter
  • 1 grote prei, ontdaan van het dikke buitenste blad en de wortels, schoongemaakt en in ringen gesneden, gewassen onder de kraan
  • 1 winterwortel, geschraapt en in plakjes gesneden
  • 2 grote uien, ontdaan van hun schil en in kleine stukken gesneden
  • 75 gerookte spekblokjes
  • 2 laurierblaadjes
  • 1 klein bosje peterselie
  • 1 bouillonblokje
  • zout en peper
  • citroen (optioneel)
  • staafmixer

Aan de slag

  • Breng de spliterwten met koud water aan de kook. Schep het schuim eraf. Doe dit meerdere keren totdat er bijna geen schuim meer te zien is.
  • Bak ondertussen in een aparte pan alle groenten in de boter, voeg na 10 minuten de spekjes toe. Laat nog ca. 10 minuten bakken.
  • Schep de groenten en de spekjes over in de pan met de spliterwten.
  • Voeg laurierblaadjes, peterselie, 1 bouillonblokje en zout en peper toe. Laat ca. 1 uur zachtjes koken totdat de spliterwten uitklaar vallen.
  • Indien gewenst het geheel pureren, en naar smaak wat citroensap toevoegen. Mocht je de soep te dik vinden, voeg dan wat water toe.

English translation

This soup based on yellow split peas is really a soup for the winter. And easy to make.

There are many ways to prepare this French potage Saint-Germain. This is a quick version of it, which over the years has become a recipe for success. You can omit the bacon and make it into a vegetarian version.

Ingredients

  • 500 yellow split peas; soaked in cold water for at least an hour, but preferably an entire night
  • knob of butter
  • 1 large leek, cut in half (lengthwise), thick dark parts and root end discarded, chopped into rings and washed in cold water
  • 1 winter carrot, scraped and chopped
  • 2 large onions, stripped of their skin and chopped into small pieces
  • 75 smoked bacon cubes
  • 2 bay leaves
  • 1 small bunch of parsley
  • 1 stock cube
  • salt and pepper
  • lemon (optional)
  • blender

How to prepare

  • Bring the split peas to the boil with cold water. Skim of the foam. Do this several times.
  • Meanwhile, fry all the vegetables in the butter in a separate pan, add the bacon after 10 minutes. Bake for approx. 10 minutes.
  • Spoon the vegetables and the bacon into the pan with the split peas.
  • Add bay leaves, parsley, 1 stock cube and salt and pepper. Let it simmer for about 1 hour until the split peas fall out.
  • Puree if desired, and add some lemon juice to taste. If you find the soup too thick, add some water.

Bekijk ook de andere recepten op MonsieurPlusfours.nl

© tekst en foto: Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Mot du jour: Bourgeois

Opeens weer terug in de modewereld: het woord bourgeois.

De Fransen haten het woord. Bourgeois staat voor alles wat ze juist níet willen zijn. Of zoals Inez de la Fressange het verwoordde: ‘It means not open to new ideas; conventional and against mixing of class or worse, reactionary.’ Maar uitgerekend in de Franse hoofdstad kwam het woord weer bovendrijven. De aanleiding: de tweede modeshow van Hedi Slimane voor het modemerk Celine.

Klassiek

Was Slimanes debuut nog een slap aftreksel van zijn tijd bij Saint Laurent, in zijn tweede show toonde hij volwassen vrouwen. De modepers reageerde enthousiast. Dit was geen collectie die deed denken aan de zo populaire sportswear of mode voor piepjonge vrouwen. Dit was gewoon elegant. Bourgeois inderdaad, maar dan in positieve zin. Want, klassiek, niet al te avontuurlijk. Een beetje stijfjes zelfs. Vergelijkingen werden in de modepers gemaakt met de kleding van Margaret Thatcher, of lady Diana.

En zoals dat nu eenmaal in de modewereld gaat: het hing in de lucht, en presenteerden ook andere merken in de Paris Fashion Week afgelopen maart keurige kleding voor dames. Zet deze trend door de komende modeseizoenen? Vast. Kijk maar naar wat de huidige Britse prinsessen dragen.

Inspiratie

De term ‘bourgeois’ is onlosmakelijk verbonden met The Discreet Charm of the Bourgeoisie, de surrealistische film die Luis Buñuel in 1972 maakte. Hierin doen zes vooraanstaande leden van de burgerij een poging een etentje te houden, maar door allerlei merkwaardige ontwikkelingen komt dat er steeds niet van. Met een glansrol voor Stéphane Audran.

© tekst: Monsieur Plusfours 2019; beeld op de homepage: La sortie du bourgeois, geschilderd door Jean Béraud (1889)

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Brassaï, de man die in de jaren dertig de Parijse bohemiens fotografeerde

Couple in a Café, near the place d’Italie, c. 1932 © Estate Brassaï Succession, Paris

Daar kijken we naar uit: het eerste retrospectief van Brassaï (1899-1984) in Nederland.

Brassaï heette eigenlijk Gyula Halasz, maar gaf zichzelf een nieuwe naam. Het is een verbastering van Brașov, de Hongaarse stad waar hij in 1899 ter wereld kwam. In 1924 trok hij naar Parijs. Hier leerde hij de Franse taal door enkel en alleen de werken van Marcel Proust te lezen.

Nachtleven

In de lichtstad zou hij zijn iconische beelden van het nachtleven vastleggen: een bont gezelschap van kunstenaars, prostituees, pooiers en socialites. Maar hij fotografeerde ook de high society, het ballet, de opera en de intellectuelen. En niet te vergeten vrienden en tijdgenoten als Salvador Dalí, Henri Matisse en Pablo Picasso. 

Flitspoeder

Picasso zou Brassaï ‘De Terrorist’ hebben genoemd. Want de knallen veroorzaakt door het flitspoeder waren bijzonder luidruchtig. En ze gaven een zee aan licht, wat zijn werk die karakteristieke belichting gaf.

Expositie

Van 13 september tot 4 december 2019 zijn in Fotomuseum Foam in Amsterdam meer dan 170 vintage prints te bekijken. Plus originele tijdschriften, boeken, tekeningen en een sculptuur. 

© tekst: Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Op de draaitafel: remake van Yves Montands ‘La Bicyclette’

Goed, hij is alweer een paar jaar oud, maar wat een fijne remake maakte Bertrand Belin van Yves Montands ‘La Bicyclette’ uit 1968. Nog steeds is het een gevoelig nummer. En dat ligt aan het verhaal erachter.

-> scroll down for the English text

Montands versie heeft al een aardig uptempo, en dat houdt de Franse artiest en schrijver Bertrand Belin er ook in. Maar het blijft een gevoelige, trieste chanson. Dat is ook met een reden, want het gaat over de kindertijd van tekstschrijver Pierre Barouh. Barhouh kennen we van zijn bijdragen aan de filmmuziek voor Un homme et une femme, waarvoor hij teksten schreef en ook de liedjes deels voor zijn rekening nam.

Kindertijd

Maar goed, Barouh’s kindertijd dus. Op de chansonoffensief.nl lezen we dat het lied verhaalt over ‘de jonge Elie Barouh, want zo heette Pierre Barouh eigenlijk. Zijn ouders waren joden en beiden geboren in Turkije. Ze verhuisden naar Frankrijk om er in de buurt van Parijs handel te drijven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Elie Barouh ondergebracht in Montournais, een klein dorpje in de Vendée, om te ontstappen aan de deportatie. Hij was zeven jaar oud wanneer men hem zei dat hij vanaf nu “Pierre” zou heetten. Niemand mocht weten wie hij echt was, want dat zou hem zijn leven kunnen kosten.’ In het dorp leerde Pierre nieuwe vrienden kennen. ‘Zij spelen de hoofdrol in zijn nummer. Zij droegen hun ware namen en ook hun ware identiteit, zelfs in zijn nummer,’ meldt chansonoffensief.nl.

Velen brachten na Montand een eigen versie van dit gevoelige nummer uit – en ook Pierre Barouh kwam in 1977 met een eigen versie.

Tekst: © Monsieur Plusfours, 2019; foto op homepage: P. Lebruman, CC BY-SA 4.0

 

English translation

Okay, this song is already a few years old, but what a nice remake Bertrand Belin made of Yves Montand’s ‘La Bicyclette’ from 1968. And still sad. That has to do with the story behind the song.

Montand’s version already had a nice up-tempo, and the French artist and writer Bertrand Belin has kept it that way. But it remains a sensitive, sad chanson. That is for a reason, because it is about the childhood of writer Pierre Barouh. We know Barhouh from his contributions to film music for Un homme et une femme, for which he wrote the lyrics and also partly took care of the songs.

Childhood

Anyway, Barouh’s childhood. The website chansonoffensief.nl tells us that the song is about ‘the young Elie Barouh, because that’s what Pierre Barouh was actually called. His parents were Jews and both were born in Turkey. They moved to France to trade near Paris. During World War II, Elie Barouh was brought to Montournais, a small village in the Vendée, to escape deportation. He was seven years old when he was told that from now on he would be called “Pierre”. No one was allowed to know who he really was, because that could cost him his life.’ In the village Pierre met new friends. “They play the lead role in his song. They bore their true names and their true identity, even in his number,” chansonoffensief.nl reports.

Many released their own version of this sensitive song after Montand – and Pierre Barouh also released his own version in 1977.

Michel Dugardyn over zijn vintage kledingwalhalla Modes in Brussel

In verzamelaarskringen is Modes in Brussel sinds de jaren ’80 dé plek voor antieke en vintagekleding. Na een paar jaar geen winkel te hebben gehad, is eigenaar Michel Dugardyn terug. Een interview.

-> scroll down for the English text

Michel Dugardyn (67) opent de deur van het art-decopand, gelegen in een rustige straat in Brussel. Via een smalle, statige gang belanden we in zijn domein; tuindeuren komen uit op een binnenplaats. De ruimte staat vol met uitpuilende kledingrekken, op de planken aan de muren liggen stoffen, kleding en dozen met accessoires. Michel excuseert zich voor de overvolle winkel. Binnenkort komt een oud-collega wat orde aanbrengen, vertelt hij.

En toen werd het stil

De sluiting van zijn vorige winkel heeft een trieste aanleiding: de terroristische aanslagen die in 2016 in zijn stad plaatsvinden. ’Buitenlandse toeristen durfden daardoor niet meer te komen,’ zegt Michel. Het wordt stil in zijn winkel aan het Vossenplein. ‘Natuurlijk had ik nog mijn Brusselse klanten, maar dat was niet voldoende. Grote verzamelaars uit bijvoorbeeld Japan bleven weg.’ Michel neemt een drastisch besluit: hij verkoopt zijn kledingcollectie aan een goede klant in Parijs (‘Ze heeft een kledingverhuurbedrijf’) en sluit de winkel.

Met de paplepel ingegoten gekregen

Inkopen en handelen heeft Michel met de paplepel ingegoten gekregen. Zijn moeder is antiquair (‘Mijn ouderlijk huis stond vol antiek’), en na verschillende baantjes gaat ook hij begin jaren tachtig de handel in. Hij koopt tweedehandskleding in per kilo en verkoopt ze per stuk op de markt op het Vossenplein in Brussel. Vervolgens opent hij samen met zijn vrouw Bettina een winkel in de buurt, waarna een verhuizing volgt naar de Blaesstraat. Uiteindelijk vindt er nog een verhuizing plaats, naar een oude supermarkt aan het Vossenplein.

Bedevaartsoord voor verzamelaars

In de Blaesstraat heeft Modes het langst gezeten. De winkel wordt een bedevaartsoord voor liefhebbers en verzamelaars van antieke kleding en voor de costumières die de kleding voor opera’s en films verzorgen. De collectie bevat kledingstukken uit de 18e, 19e en begin 20e eeuw.  En natuurlijk veel accessoires, van hoeden tot schoenen, van sjaals tot stropdassen. Modes is als een museum, maar dan een waar alles kan worden gepast en te koop is.

Opnieuw een verzameling aanleggen

Terug naar de periode van de sluiting. Het begint langzaam aan toch weer te kriebelen bij Michel – inkopen is zijn geliefde bezigheid. Hij vindt de huidige locatie van Modes en binnen twee jaar vult hij deze ruimte met een nieuwe verzameling kleding. De winkel is inmiddels vol en een deel huist nu in een magazijn elders in de stad.

Geen jaren-80-kleding

Michel krijgt veel vraag naar kleding uit de jaren ’80, maar met die periode heeft hij niets. En dus waagt hij zich er ook niet aan. Gevraagd naar wat hij liefste zou inkopen, antwoordt hij: ‘Negentiende-eeuwse kleding! Maar ja, dan zie ik iets moois uit de jaren ’50 of ’60, en dan kan ik het niet laten liggen.’

Zijn kennis van antieke kleding heeft hij in de praktijk opgedaan. Maar in de beginjaren zijn het ook verschillende klanten die als zijn leermeester fungeren. ‘Zij leerden me over het gebruik van verschillende stoffen en de kenmerken van de kleding uit een bepaalde periode.’

Prijzen stijgen

Doordat de nieuwe winkel geen etalage heeft, etaleert Michel zijn aanwinsten op Instagram en Facebook. Instagram is voor Michel sowieso een eye-opener geweest: hij heeft zich niet eerder gerealiseerd dat zoveel mensen ter wereld zich met de verkoop van vintage en antieke kleding bezighouden. Al die aandacht heeft er wel voor gezorgd dat de prijzen stijgen. Als inkoper moet Michel steeds hogere bedragen neertellen.

Gelukkig mens

Het mooiste wat hij in de afgelopen twee jaar heeft gekocht is een herenjasje uit de achttiende eeuw. ‘Het is te teer om te dragen, maar mijn vaste Parijse klant kocht het stuk aan om het te etaleren,’ zegt Michel liefdevol. Zijn blik gaat langs de kledingrekken. ‘Dagelijks ben ik een paar uur in de winkel te vinden. Het doet me goed. Mijn vrouw is er nog zijdelings bij betrokken: zij houdt zich bezig met de administratie.’

Voorlopig heeft Michel nog geen plannen om met Modes te stoppen. ‘Nou ja,’ zegt hij lachend, ‘als een verzamelaar bereid is om de gehele collectie tegen een bepaalde prijs over te nemen, dan zeg ik geen nee.’ Maar dat ziet hij nog niet gebeuren. En voor nu vindt hij dat prima.

Update: Michel Dugardyn heeft zijn winkel gesloten

English translation

The shop Modes in Brussels has been the place for antique and vintage clothing in collector circles since the 1980s. After not having had a shop for a few years, owner Michel Dugardyn is back. An interview.

Michel Dugardyn (67) opens the door of an Art Deco building, located in a quiet street in Brussels. Via a narrow, stately corridor we end up in his domain; French doors open onto a courtyard. The space is full of bulging clothes racks, on the walls are fabrics, clothing and boxes with accessories. Michel apologizes for the packed store. A former colleague will soon be bringing some order, he says.

And then it is quiet

The closure of his previous store has a sad reason: the terrorist attacks that have been taking place in his city in 2016. “Foreign tourists didn’t dare to come anymore,” says Michel. It becomes quiet in his store on the Vossenplein. “I still had my customers from Brussels, but that was not enough. Collectors from Japan, for example, stayed away.” Michel makes a drastic decision: he sells his clothing collection to one of his best customers in Paris (“She has a clothing rental company”) and closes the store.

Learning the trade

Michel was introduced into buying and trading by his mother, who was an antique dealer (“My parents’ house was full of antiques”). After several jobs, he starts trading in the early eighties. He buys second-hand clothing per kilo and sells them individually at the market on the Vossenplein in Brussels. He then opens a shop in the neighborhood with his wife Bettina, followed by a move to Blaesstraat. Eventually, another move will take place, to an old supermarket on the Vossenplein.

A place of pilgrimage for collectors

Modes has been in the Blaesstraat for the longest time. The store becomes a place of pilgrimage for lovers and collectors of antique clothing and for the people who provide the clothing for operas and movies. The collection contains clothing from the 18th, 19th and early 20th centuries. And of course many accessories, from hats to shoes, from scarves to ties. Modes is like a museum, but one where everything can be tried on and is for sale.

A new collection

Back to the closing period. Shopping for antique clothing is in Michel’s blood – he just can’t stop. He finds the current location of Modes and within two years he fills this space with a collection of old clothing. The store is now packed and a part of his collection is now also housed in a warehouse elsewhere in the city.

No 80’s, please

Michel receives a lot of demand for clothing from the 80s, but he has nothing with that period. And so he won’t. Asked what he would love to buy, he answers: “Nineteenth-century clothing! But when I see something beautiful from the ’50s or’ 60s, I can’t resist it – and have to buy it.”

He acquired his knowledge of antique clothing in practice. In the early days of his shop customers also act as his teacher. “They taught me about the use of different fabrics and the characteristics of clothing from a certain period.”

Prices rise

Because the new store has no shop window, Michel is displaying his acquisitions on Instagram and Facebook. Instagram has been an eye-opener for Michel: he never realized that so many people in the world are involved in selling vintage and antique clothing. All that attention has ensured that prices are rising. As a buyer, Michel has to pay higher and higher prices.

Happy man

The best thing he has bought in the last two years is a men’s jacket from the eighteenth century. “It is too delicate to wear, but my Parisian customer bought the item to display it,” Michel says lovingly. His gaze goes along the clothing racks. “I can be found in the store for a few hours every day. It does me good. My wife is still indirectly involved: she is responsible for the administration. “

Michel does not yet have any plans to stop Modes. “Well,” he says with a laugh, “if a collector is willing to take over the entire collection at a certain price, I won’t say no.” But he doesn’t see that happening yet. And for now that’s fine.

Update: Michel Dugardyn has closed his shop

© tekst en beeld: Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Ouderwetsch waschen met dit lampetstel

Ooit was het de voorloper van de wastafel. We hebben het over het lampetstel.

Even terug naar de tijd dat er in een huis nog niet overal stromend water was (behalve in de keuken dan, al was daar vaak alleen koud water). Het lampetstel gebruikte je om je in de bad- of slaapkamer te wassen. Het schone water uit de kan goot je in de waskom – en wassen maar… Anno 2019 zou je zo heel zuinig met water omgaan.

Zeep- en kammenbakje

Lampetstellen had je in alle soorten en maten, veelal van porselein of aardewerk. Op antiek- en rommelmarkten kom je ze nog tegen: behalve een kan en een waskom bevat zo’n set ook een zeep- en een kammenbakje en een po. Vaak stond het lampetstel op een ladenkast die voorzien was van een marmeren bovenkant – op die manier konden waterspetters het hout niet uitbijten. En de po? Die stond natuurlijk naast het bed, of in het nachtkastje.

Leger

Maar het kon ook eenvoudiger: een lampetstel in een metalen standaard. Op Franse brocantes duiken ze nog weleens op. Ook het leger gebruikte deze variant, maar dan was de standaard in te klappen.

Lange tijd populair

Volgens Wikipedia werden de kannen en waskommen al aan het eind van de negentiende eeuw gemaakt, en ze waren ‘heel populair’ in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw. In Nederland gebruikten we ze zelfs tot de jaren vijftig. Nieuwe, maar ook oude huizen kregen steeds vaker een badkamer – en dat betekende het einde voor het lampetstel.

Nog steeds te koop

We schreven het al, oude lampetstellen zijn nog altijd te vinden in antiek-, brocante- en kringloopwinkels. Maar ook nieuw. Zo verkoopt de Emaillekeizer in Amsterdam de variant met een standaard in verschillende (pastel)kleuren.

© Monsieur Plusfours 2019, beeld: World ImagingEigen werk, photographed at Musee des Arts Decoratifs, CC BY-SA 3.0

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

Popsterren als lord of the manor

De dagen dat popsterren grote huizen op het Britse platteland bezaten zijn voorbij. Buitenverblijven met twintig of meer kamers trekken nu andere bewoners.Talloze kamers om in rond te dolen, een bibliotheek, een wijnkelder – grote huizen op het platteland spreken tot de verbeelding. Dat geldt ook voor John Lennon. In 1964 koopt hij het 22 kamers tellende ‘Kenwood’ op het privé-landgoed St. George’s Hill in Surrey. Volgens de Britse krant FT Weekend zet het toenmalige Beatles-lid hiermee de toon voor andere rocksterren.

In een alleraardigst artikel kijkt Ludovic Hunter-Tilney in FT Weekend van 6-7 juli jl. terug op die gebeurtenis. De aanleiding: John Lennons voormalige huis, destijds gekocht voor 20.000 pond, staat sinds 2012 te koop. Hoewel het toen werd geschat op 13,75 miljoen pond, bedraagt de vraagprijs nu bijna 9 miljoen pond. 

Componeren in Kenwood

Terug naar John Lennon. Als hij zich in 1964 de trotse eigenaar van ‘Kenwood’ mag noemen, zijn de Beatles buitengewoon populair. In dit huis componeert hij samen met Paul McCartney sommige van de nu bekendste liedjes in de geschiedenis van de popmuziek. Vier jaar later zal hij het huis verkopen voor 40.000 pond.

Magere jaren voor de aristocratie

Na John Lennon volgen mede-bandleden George Harrison en Ringo Star. Ook zij trekken naar het platteland. En naarmate de popsterren hun bankrekening zien stijgen, worden de huizen die ze kopen groter. Zo tekent Keith Richard in 1966 het koopcontract voor ‘Redlands’. En in 1970 is collega Mick Jagger de bezitter van ‘Stargrove‘. Want worden de muzikanten in die jaren juist welvarender, de echte aristocratie ziet zich nog altijd geconfronteerd met de naoorlogse magere jaren, aldus Ludovic Hunter-Tilney.

Nog meer voorbeelden

In haar artikel in FT Weekend geeft Ludovic Hunter-Tilney nog meer voorbeelden. Zo koopt John Entwistle, bassist van The Who, in 1976 het 52 kamers tellende ‘Quarwood‘.

Nieuwe groep eigenaars treedt aan

In de jaren tachtig is er van de hoogtijdagen van popsterren als ‘lord of the manor’ weinig meer over, citeert Hunter-Tilney makelaar Perry Press. De reden: de alsmaar stijgende prijzen, schaarste en een groeiend gevecht om de vrijgekomen huizen. Plus: een nieuwe groep welvarende kopers komt op. Denk aan bankiers en anderen die in de Londense financiële sector werken. Als gevolg van de dalende pond is er de laatste tijd ook meer belangstelling vanuit het buitenland.

Madonna als lady of the house

En de huidige generatie Britse popsterren? Die hebben een ‘minder extravagante persoonlijkheid’ dan hun voorgangers, schrijft Ludovic Hunter-Tilney.

Een laatste sprankje daarvan liet Madonna zien. In 2005 presenteerde Vogue haar als eigenaar van ‘Ashcombe House‘ (in 2001 gekocht). Ze ging gekleed ging in klassieke outfits, een lady of the house waardig. Voor de lezer leek het alsof ze in een toneelstuk figureerde.

© Monsieur Plusfours 2019; bron: FT Weekend, beeld homepage: Roy Kerwood, CC BY 2.5

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!

 

Het ultieme Franse zomerboek 2019: ‘De kleuren van de brand’ van Pierre Lemaitre


De Franse schrijver Pierre Lemaitre heeft met zijn roman De kleuren van de brand een echte pageturner afgeleverd.

In de boekwinkel trok het omslag met daarop de Eiffeltoren mijn aandacht. Evenals de goudkleurige sticker waarop in witte letters ‘winnaar Prix Goncourt’ stond vermeld. En alsof dat nog niet genoeg was, sierden ook twee rijen van vijf sterren deze sticker. Ik was om en liep met het boek naar de kassa.

Later zou blijken dat Pierre Lemaitre deze belangrijke Franse literatuurprijs al in 2013 had ontvangen voor zijn roman Au revoir là-haut, en waarop De kleuren van de brand een vervolg is. Maar het Parijs van de jaren dertig, daar speelt het verhaal zich inderdaad grotendeels af. En alle sterren op de sticker? Fictief natuurlijk. Maar na lezing wat mij betreft volkomen terecht.

Vervolg

Ik schreef het al: De kleuren van de brand is een vervolg op Au revoir là-haut  (in het Nederlands vertaald als Tot ziens daarboven), maar blijkt zonder de voorkennis van dit eerdere boek prima te lezen. Deze roman is een echte pageturner: zij verrast, doet de lezer bij tijd en wijle grinniken, de adem stokken – en steeds weer doorlezen. Het verhaal ervan hier navertellen zou afbreuk doen aan die fijne leeservaring die De kleuren van de brand biedt (spoiler alert). Het is wat mij betreft het ultieme Franse – en dikke (448 pagina’s!) – zomerboek. En daarmee een must voor in de reiskoffer.

Oké, de inhoud in het kort

Om toch iets over de inhoud prijs te geven citeer ik de flaptekst. Lees ‘m en ga daarna meteen naar de boekwinkel.

“Februari, 1927. De Parijse elite komt bijeen om de begrafenis van de gerespecteerde bankier Marcel Péricourt bij te wonen. Voor aanvang van de plechtigheid gebeurt er echter iets afschuwelijks, iets wat het leven van Madeleine Péricourt en haar zevenjarige zoontje Paul voorgoed zal veranderen.

Als erfgenaam is het aan Madeleine om de leiding van het financiële imperium van haar vader over te nemen. Zonder enig verstand van zaken komt ze terecht in een door hebzucht en corruptie gedomineerde wereld. Madeleine probeert met alles wat ze in zich heeft overeind te blijven, in een Frankrijk dat machteloos moet toezien hoe een volgende oorlog steeds dichterbij komt.

Lemaitre schrijft wederom een adembenemend epos over de val van het establishment en over de zoete wraak van een vrouw in een mannenwereld. Volg Madeleine en haar zoon in een majestueus en groots avontuur.”

De kleuren van de brand, Pierre Lemaitre, Xander Uitgevers, mei 2019, ISNB 9789401610360, € 22,99

© Monsieur Plusfours 2019

MELD JE AAN VOOR DE GRATIS NIEUWSBRIEF!