Krijgen wat je wilt hebben is niet altijd even eenvoudig in Parijs, zelfs niet als je perfect Frans spreekt. Met deze codewoordjes doe je je boodschappen als een Parijzenaar en durft geen ober je een ‘toeristenbak’ voor te zetten. Nicky Bouwmeester zet ze op een rij.
Nicky Bouwmeester, ex-hoofdredacteur En France en medeoprichter van Frankrijk.nl, woont sinds 2005 in Parijs
Une noisette – Typisch Parijse manier om een espresso met beetje warme melk (vaak in kannetje ernaast) te bestellen.
Un petit crème – Als je een gewone koffie met veel melk wilt hebben, kun je het beste ‘petit’ toevoegen aan het op school geleerde ‘café crème’. In toeristische delen van de stad komen obers anders slim aanzetten met een grand crème. Dat is het formaat koffie dat Fransen voor hun ontbijt nemen en waar je een hele croissant in kunt laten verdwijnen (met dito-XL prijs).
Perrier-rondelle – Buiten Parijs kunnen ze je raar aankijken als je dit zegt, maar in de hoofdstad is dit de inside-manier om een Perrier met een schijfje citroen te bestellen. Perrier-tranche kan ook. Maar ‘avec citron’ oid wekt verwarring, wat dat kan ook citroensiroop betekenen.
Une carafe – We noemden ‘m al eens eerder: als je tevreden bent met gewoon kraanwater bij het eten, dan gebruik je het woord ‘carafe’ zodra de ober over plat of sprankelend water begint.
La note – L’addition is niet fout maar ‘la note’ is zoveel chiquer als je de rekening wilt hebben.
Une tradition – Vraag bij de bakker nooit simpelweg om een ‘baguette’, want dan krijg je een laf stokbrood waar bijna geen smaak aan zit. Zeg je echter ‘une baguette de tradition’ of kortweg ‘une tradition’, dan krijg je een stokbrood van kwaliteitsmeel dat veel langer gerezen heeft. Scheelt zo’n 20 cent maar is qua smaak een wereld van verschil.
Un croissant – En nu we toch bij de bakker zijn: wie een croissant wil proeven, kan het beste om een ‘croissant au beurre’ vragen. Anders krijg je een ‘croissant oridinaire’ mee en die is gemaakt met margarine – minder vet maar ook een stuk minder lekker. Je kunt het verschil ook zien aan de vorm: een croissant met boter is recht, een margarinecroissant heeft de traditionele halve-maanvorm.
“C’est pour ce soir” – Of je nu bij de kaasboer, de fruitkraam of de slager bent, geef aan wanneer je van plan bent die geitenkaas, meloen en zelfs rosbief te eten. Dat klinkt lekker culi-kritisch en over het algemeen doet de verkoper dan net even meer z’n best om het perfecte stuk voor je te vinden. Zelfs bij vlees inderdaad, een goede boucher weet precies of z’n rôti de boeuf genoeg gerijpt is.
Foto: cyclonebill
Tekst: © Monsieur Plusfours / Nicky Bouwmeester 2013
MELD JE AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF Schrijf je in