ronald

La Buvette

Een gure wind drijft ons op een koude zondagmiddag naar La Buvette in het 11e arrondissement.

Twintiger Camille Fourmont opende haar bar eind december 2012. La Buvette, voorzien van een paar tafeltjes, biedt plek aan zo’n vijftien mensen. Er hangt een hipsterachtige sfeer, wat niet helemaal verwonderlijk is: Camille werkte eerder bij het überhippe Mama Shelter en Le Dauphin.

Niet zo’n kok
We verlangen naar iets warms. Maar helaas, de kaart biedt alleen koude gerechtjes. ‘Ik ben niet zo’n kok,’ verontschuldigt Camille zich. En plek om te koken is er al helemaal niet achter de kleine bar.

De eigenaresse heeft er iets op gevonden. Ze koopt haar brood, olijven, charcuterie en taartjes bij de beste leveranciers in haar stad. En schenkt er fijne wijnen en ciders bij.

Warme taartjes
We spoelen smakelijke rilette, worst en brood weg met een krachtige cider. En sluiten af met een warme – dat dan weer wel – tarte fine aux clémentines (een mooie combinatie van bitter en zoet) en een espresso.

Ondertussen kijken we naar de bakker en de slager aan de overkant; het is half 1 en ze doen goede zaken voor de zondagse lunch. Wij hebben ‘m al opgepeuzeld. Opgewarmd en opgewekt vervolgen we onze weg door de koude straten van Parijs.

La Buvette, 67 rue St Maur, Parijs (11e arrondissement). Geopend: wo-do: 17-22, vr 11-15, 17-22, za en zo 11-22 uur

Tekst: © Monsieur Plusfours 2013

Parijstip van Makkie Mulder: Vivant


Wie Makkie Mulder, hoofdredacteur van het culinaire blad delicious., op Twitter volgt, weet het al: Makkie is in love with Paris. ‘Het is voor mij pure magie. Romantisch, een tikkie mysterieus en altijd betoverend. Er valt zoveel te ontdekken, ook al ben ik er 100 x geweest. Ik móet er een paar keer per jaar naartoe.’

Ze bezoekt graag een restaurant waar je (nog) niet een maand van tevoren hoeft te reserveren. ‘In januari ga ik altijd met artdirector Janine naar de interieurbeurs Maison & Objet. Drie dagen Parijs en we weten precies waar we ontbijten, lunchen en dineren en welk museum een must is. Onze laatste ontdekking stond in ons favoriete tijdschrift Kinfolk: Vivant.

Voormalige vogelwinkel
Waar werd Makkie Mulder blij van? ‘De locatie: een voormalige vogelwinkel, art nouveau, klein en smal! De eigenaar: de goodlooking en enthousiaste Pierre Jancou.’ Om haar lofzang te vervolgen: ‘De keuken van chef Sota: puur genoeg, stoere elegantie, mooie smaakcombinaties en vooral heel erg lekker. De wijnen: puur en naturel.’ En tot slot over de sfeer: ‘Heel relaxed!’

Sinds deze zomer is restaurant Vivant omgedoopt tot Vivant Table. Een deur verder opende wijnbar Vivant Cave, voor take-away wijnen, maar ook om er ter plekke te genieten van een glas met een hapje.

Vivant, 43 rue des Petites Ecuries, 75010. Metro Bonne Nouvelle. Dicht za&zo. tel. 01 42464355.

(Foto’s: art nouveautaferelen in Vivant en eigenaar Pierre Jancou. © Makkie Mulder)

Tekst: © Monsieur Plusfours 2013

Trend: museumrestaurants in Parijs

Trendsetters waren Jean-Louis en Gilbert Costes. In 1994 begonnen zij Café Marly, gelegen onder de bogen van de Richelieu-vleugel van het Grand Louvre. En zes jaar later, in 2000, openden beide broers op de bovenste verdieping van Centre Pompidou café-restaurant Georges. Hier zwaait Gilberts zoon Thierry de scepter.

Verborgen juweeltje
Na een brand heropende het Cité de l’Architecture et du Patrimoine in 2007 opnieuw haar deuren. Achter de imposante deuren van het Palais de Chaillot bevindt zich een grote hal die toegang biedt aan zowel het museum als aan een verborgen juweeltje: Café Carlu dat een adembenemend uitzicht biedt op de Eiffeltoren.

Hotspot
Industrieel design in staal en gewapend beton gecombineerd met een jaren zestig interieur; dat is Tokyo Eat in het onlangs heropende Palais de Tokyo. Hier kom je om te kijken en bekeken te worden.

Nog twee aanraders: het restaurant op de eerste verdieping van het Musée Orsay en het café in het Petit Palais, het kleine broertje van het Grand Palais, dat grenst aan een weelderige binnentuin met een prachtige colonnade.

Kijk op paris-fvdv.blogspot.nl voor meer informatie en tips.

Tekst: © Monsieur Plusfours 2012; foto: Ferry van der Vliet

Kookboek ‘Couperus Culinair’ op komst

Op 10 juni 2013 is het 150 geleden dat de Nederlandse schrijver Louis Couperus werd geboren. Reden voor het Louis Couperus Genootschap om 2013 uit te roepen tot Couperusjaar. In dat jaar verschijnt een voor culi’s boeiend boek: Couperus Culinair. We spraken met José Buschman, historica, Couperuskenner en auteur van dit boek.

Jaren geleden kreeg José Buschman een Italiaans kookboek van mevrouw Couperus-Baud, met daarin de lievelingsrecepten van haar man, in handen. ‘Ik kreeg het te leen van Juuf van Ballegoijen de Jong, de helaas inmiddels overleden eerste conservator van het Louis Couperus Museum in Den Haag,’ aldus Buschman. ‘Als mede-oprichter en eerste voorzitter van het Louis Couperus Genootschap was ik goed bevriend geraakt met Juuf.’

Een verfijnd eter
Louis Couperus (1863-1923) wordt beschouwd als een van de belangrijkste schrijvers uit de canon van de Nederlandse literatuur. ‘Ofschoon Couperus altijd het imago heeft gecultiveerd van indolente dandy, was hij in werkelijkheid een harde werker. Couperus kan niet echt een gourmand genoemd worden. Hij was wel een verfijnd eter, kieskeurig en zich goed bewust van de status van voedsel. Dat blijkt wel uit de beschrijvingen die hij heeft gegeven van diners en soupers. In het Den Haag van Couperus was de keuken voornamelijk Frans georiënteerd.’

Omslag naar licht-mediterraan
‘Pas toen hij op latere leeftijd ook voor zichzelf een “carpe diem”-houding kon opbrengen, ging Couperus steeds meer plezier in (Italiaans) eten krijgen.’ Buschman spreekt van een ‘omslag’ in 1906, waarbij zowel het leven als het literaire werk van Couperus van somber-Haags naar licht-mediterraan kleurde. Een omslag ook die in zijn eetpatroon is terug te vinden. ‘Hij kreeg een uitgesproken voorkeur voor niet al te zwaar, liefst Italiaans eten als pastagerechten en gerechten waar vruchten in verwerkt zijn. Van de Indische keuken – hij bracht een deel van zijn jeugd in Indië door – genoot hij overigens ook bijzonder.’

Psychologisch portret
In zijn romans, verhalen en feuilletons kwam regelmatig ook een beschrijving langs van wat de personages aten. Die beschrijvingen dienden twee doelen, zegt Buschman. ‘Ze verhogen het “naturalistische” karakter van de vertelling. En tevens zijn ze een onderdeel van een wat meer psychologisch portret van de personages, iets waar Couperus in uitblonk.’

Het kookboek
Uit het Italiaanse kookboek koos Buschman verschillende recepten, die ze aanvulde met recepten uit het Haagse kookboek van Couperus’ ouderlijk milieu en uit oude Indische kookboeken. En van vele gerechten die Couperus in zijn werk noemt – in romans, feuilletons en brieven – heeft ze het recept uit oude en nieuwe bronnen opgedoken en voor hedendaagse liefhebbers ‘opgepoetst’. ‘Johannes van Dam is zo aardig om voor mij wat duistere termen uit oude recepten te verhelderen en van enkele gerechten het nog ontbrekende recept in zijn immense documentatie te zoeken.’ Het wordt een echt kookboek, benadrukt de schrijfster, met daarin ook fragmenten uit de romans, brieven en dagboekbladen van Couperus.

En de hamvraag: Kookte Couperus zelf? ‘Nee,’ zegt Buschman. ‘Theezetten, daar bleef het bij!’

José Buschman: Couperus Culinair. Uitgeverij Bas Lubberhuizen. Verschijnt eind mei 2013

Foto’s: Rob Mostert

Tekst: © Monsieur Plusfours 2012

Parijstip van Sophie van der Stap: Le Comptoir du Relais

‘In Parijs mag genoten worden’
Wat trekt Sophie zo aan in de lichtstad? ‘Het buitenleven. Er gebeurt heel veel op straat. En eten is belangrijk. Er mag genoten worden, lekker gegeten worden.’ Ze is regelmatig te vinden in Le Comptoir du Relais in Saint-Germain-des-Prés. ‘Le Comptoir laat zien dat heel lekker eten niet duur hoeft te zijn, dat het sympathiek kan, zonder pretentieus gedoe als elektrische pepermolens. De kwaliteit gaat niet omlaag, de prijzen gaan niet omhoog, ondanks dat heel Japan in de rij staat.’

Dé plek
‘Le Comptoir heeft ook nog eens dé plek: een terras dat 365 dagen per jaar open is – en in wintertijd verwarmd en met dekens. En dat nooit overgeslagen wordt door de zon. Voor de lunch kun je niet reserveren, dus sta ik er om tien voor 12 in de rij. Om met de eerste groep gegadigden om 12 uur een plekje te bemachtigen.’

Le Comptoir du Relais, ‪9 carrefour de l’Odeon, 75006 Parijs‬

Foto: bhamsandwich

Tekst: © Monsieur Plusfours 2012

Dineren in Belle Epoque-stijl

Sinds 2011 heeft Ferry van der Vliet, in het dagelijks leven managementcoach, zijn (foto)blog over Parijs. Met fraaie zwart-witfoto’s (‘kleur leidt af’) en vele tips. Zijn blog dingt als enige buitenlandse weblog mee in de categorie ‘Parijs’ van de Paris 2012 Golden Blog Awards. Een prijs die voor de derde keer wordt uitgereikt.

Een paar jaar geleden hakte Van der Vliet de knop door. Geen 70-urige werkweek meer en een betere balans tussen zakelijk en privé. Hij begon een eigen bedrijf en wilde daarnaast tijd hebben voor zijn hobby fotograferen en voor de nodige bezoeken aan Parijs. Dat klinkt ambitieus voor een startende ondernemer, maar zijn blog getuigt ervan dat die balans in Van der Vliets leven er ook gekomen is. Met zijn blog hoopt hij overigens ook uitgevers te interesseren om zijn verschillende fotoboeken uit te geven.

Paradijs
Parijs is zijn grote liefde sinds 1968, het jaar waarin hij de stad voor het eerst bezocht. ‘Een stad met een ongekende schoonheid aan architectuur en een verrassende mix van bouwstijlen. Van renaissance en barok tot art nouveau en modern. Voeg twee letters toe aan “Parijs” en je hebt “Paradijs”.’

Gevraagd naar zijn favoriete restaurant in de lichtstad, zegt hij: ‘Het zijn er vele, maar ik blijf terugkomen bij de verschillende brasserieën van de Group Flo. De groep waartoe Balthazar, Bœuf sur le Toit, Bofinger, La Coupole, Julien, Terminus Nord en Vaudeville behoren.’

Julien
Zijn ‘absolute favoriet’ is Julien. ‘Julien is een overblijfsel uit de voorbije tijd en dat merk je op het moment dat je de rue du Faubourg Saint Denis in loopt en belandt in sferen van alle hoeken van de wereld. Afrika, Azië en het Midden-Oosten. Het ruikt er naar kruiden. Hier moet je zijn voor basmatirijst en exotische vruchten.’

‘Op nummer 16 een monument uit de begintijd van de art nouveau. Hoge, immens grote spiegels worden omlijst door sierstuckwerk. De plafonds zijn voorzien van glas in lood en de vloeren zijn rijkelijk versierd met plantenmotieven.’

Belle Epoque
Een bezoek aan dit restaurant is voor Van der Vliet als een reis naar de tijd van de belle époque. ‘De 23-koppige bediening, altijd smetteloos gekleed in zwart-wit, maakt de maaltijd hier tot een feest. Bijzondere combinaties zoals een millefeuille van groente met verse geitenkaas, basilicum, olijfolie met een knapperige korst van Parmezaanse kaas, maar ook een robuuste Franse uiensoep.’

‘En tot besluit een carpaccio van Philibon-meloen gemarineerd in Beaumes de Venise met frambozensorbetijs of Gariguette-aardbeien met mascarpone, gekneusde amandelen en aardbeiensorbet.’

Julien, 16 rue du Faubourg Saint-Denis, 75010 Parijs : +33 (0)1 47 70 12 06

Van der Vliets blog ‘Paris-FVDV’: paris-fvdv.blogspot.nl

Tekst: © Monsieur Plusfours, foto Ferry van der Vliet 2012

Interview: Rachel Khoo verovert de wereld

Op een zonnige dag in april ontmoet ik Rachel Khoo in het College Hotel in Amsterdam (zie foto links). Ze is een paar dagen in Nederland om haar boek te promoten. Ook nu draagt ze vrolijk gekleurde kleding; ze oogt kleiner dan op tv. Een dag ervoor hebben we via twitter al even contact gehad. Ik liet mijn volgers weten dat ik mijn interviewvragen aan het finetunen was. Nog geen uur later tweette ze er naar uit te zien mijn vragen te beantwoorden.

Vele volgers op twitter
Als ik haar complimenteer met de bijna 13.000 volgers op Twitter, proest ze het bijna uit. ‘Zoveel? Vier weken geleden, net voor de boeklancering van de Engelse editie, stond de teller nog op 2000!’ (Half juni heeft ze al bijna 19.000 volgers.)

‘Eerder werkte ik in PR en marketing, dus ik weet hoe het gaat,’ zegt ze. ‘Tegenwoordig moet je het spel spelen om succesvol te zijn.’ Lees: aanwezig zijn op sociale media. ‘Ik word er blij van als ik lees dat men ook echt uit mijn boek gaat koken en een foto van het eindresultaat op twitter of facebook zet.’

Een nieuw leven
Ze studeerde bij het Art college in Londen af in Fashion PR and Marketing en kwam vervolgens terecht bij het Britse traditionele mannenmodemerk Thomas Pink. Na twee jaar begon ze het creatieve aspect te missen (‘Ik moest heel veel strijken!’). Ze herinnerde zich foodfotoshoots waarbij ze tijdens haar studie had geassisteerd. En besloot dat ze iets met eten wilde gaan doen. Ze ging een pattisserieopleiding (‘Dat is bijna wetenschap’) volgen bij de gerenomeerde kookschool Cordon Bleu. Niet in Londen, maar in Parijs. ‘Het ging me niet alleen om het koken, maar ook om een nieuw hoofdstuk in mijn leven,’ aldus Khoo.

Parfumdame
Inmiddels woont en werkt ze alweer zes jaar in Parijs. Het is het verhaal van een selfmade alleskunner. In die periode werkte ze als au pair, sprayde ze parfum op rijke dames en toeristen in een warenhuis en werkte ze

in boekhandel La Cocotte, waar ze hapjes voor de boekpresentaties maakte en later ook (Brits georiënteerde) kooklessen gaf. In La Cocotte ontmoette ze ook kookboekenauteurs en uitgevers. Die contacten zouden er uiteindelijk toe leiden dat ze twee Franse kookboeken (over muesli en taartjes) publiceerde. Ze had de smaak te pakken.

Geen pretty face
Een Engelstalig kookboek dat haar eigen kookstijl refelecteerde, stond op het lijstje. Ze stuurde Britse uitgevers een mail met haar idee voor het kookboek The paris kitchen. ‘Penguin nodigde me uit en de rest is geschiedenis…’ Ook bedacht ze dat het boek zich goed leende voor een tv-serie. Ze koos voor de kleine onafhankelijke maatschappij Plum. ‘Ik wilde niet alleen een pretty face voor de camera zijn, ik wilde samen het programma maken.’

De serie heeft inmiddels gelopen op de Britse tv-zender BBC. Als we opmerken dat de door haar bezochte Parijse plekken in de serie een zeer gedroomd (romantisch) beeld van Parijs geven, knikt ze. Voor de serie had ze graag minder voor de hand liggende locaties bezocht. ‘Maar de BBC moet nu eenmaal als publieke zender een algemeen publiek behagen. Ik ben meer rock and roll.’

Minirestaurant
We gaan nog even terug naar de making of haar kookboek. Omdat ze haar recepten wilde laten proeven, begon ze in haar eenkamerappartement een thuisrestaurant. Voor twee personen – omdat er aan tafel niet meer ruimte was. Via social media als twitter maakte ze reclame (‘Ik had geen geld om een pr-bureau in te schakelen). Blogs pikten het nieuws als eerste op, later volgden (internationale) kranten. In korte tijd was het restaurantje volgeboekt.

Voor een volgend boek komt er geen thuisrestaurant. Ze moest bij de BCC een contract ondertekenen dat ze het restaurant tot 2014 niet zou kunnen heropenen. ‘De BBC beschouwt het restaurant als een “business”, ook al rekende ik 30 euro per persoon. Daar kun je toch niet van leven?’ Sowieso zal ze niet meer zo snel mensen in haar huis uitnodigen. ‘Ik ben op tv geweest, mensen kennen mijn naam. Het is nu een beetje tricky.’

Ze mag van de tv-zender wel iets nieuws beginnen, als het maar een andere naam heeft. Het restaurantidee is haar wel bevallen, want ‘een geweldige manier om recepten te testen’. Ze zoekt nu in haar stad een kantoor met een ruimte om workshops te geven. Ook weer via twitter.

Experimenteren in de keuken
‘Met mijn kookboek wilde ik aantonen dat het Franse thuiskoken heel makkelijk is en dat je er geen waanzinnige keuken voor hoeft te hebben,’ zegt Khoo. Maar dan wel op haar manier. ‘Kookboeken over de traditionele Franse keuken zijn er al genoeg. Ik ben niet Frans, heb geen Franse oma. Ik vind de Franse keuken geweldig, maar laat me niet leiden door de regels ervan. Ik ben dus aan experimenteren geslagen.’

‘Neem het gerecht coq au vin: je eet het alleen in de winter, maar de smaken zijn zo heerlijk. Waarom zou je het vlees niet marineren en dan op de bbq leggen? Ach, sommige Fransen zullen vast zeggen: “Quelle horreur!”‘ Die experimenten, waaronder een tartiflette pizza, waren overigens niet alle even succesvol. ‘Maar ik leerde ervan.’

Verschil Londen en Parijs
Parijs is voor Khoo heel erg relexed. ‘De afstanden zijn er minder groot, waardoor het makkelijker is om vrienden te ontmoeten.’ Maar het belangrijkste verschil tussen beide wereldsteden is dat Parijs nog steeds versmarkten heeft. ‘Ook al heb je een klein inkomen, dan nog kun je er producten kopen. In Londen zijn (boeren)markten onbetaalbaar geworden.’

‘Voor nu vind ik het prettig om Parijs te wonen. Maar ik noem mezelf geen Parijzenaar; ik ben een trotse Brit. Momenteel reis ik veel om mijn boek te promoten. Het komt dit jaar uit in Duitsland, Denemarken, Italië, Rusland en ook Frankrijk. Dat laatste is echt geweldig! En in 2013 komt de Amerikaanse editie uit.’ Heeft Khoo nog wel tijd om aan een nieuw kookboek te werken? Gedecideerd antwoordt ze: ‘Daar maak ik tijd voor vrij.’

Rachel Khoo. Chez Rachel. Een frisse en simpele kijk op traditionele Franse recepten. Kosmos Uitgevers € 24,95

© Monsieur Plusfours  2012

Oof Verschuren, de man achter Home Made Yvette

In hippe tijdschriften zoals Apartamento zien interieurs er niet langer gestyld uit. Een beetje rommelig mág zelfs tegenwoordig. Misschien heeft dat met de economie te maken, oppert Oof Verschuren (1967). ‘Waarom is een stad als Berlijn nu zo populair? Omdat zij een bepaalde eenvoud heeft. En dat past weer bij het huidige economische klimaat. Want Fendibanken en gedesigned fingerfood bijvoorbeeld voelen niet meer als van deze tijd. Waar het om draait is een lekker bord eten en een goed glas wijn, plus een kratje om op te zitten. Dan zijn we al tevreden; als het maar gezellig is. Tot onze verrassing past het kookboek Home made heel goed in die sfeer. Zelf brood, jam en likeur maken. Een soort hippiegevoel.’

‘Lekker knakkie’
Dat ‘ongestylde’ vind je ook terug in de foodfoto’s van Verschuren. ‘We wilden een dik kookboek met heel veel beelmateriaal maken,’ zegt de fotograaf. ‘Daarmee viel fotograferen in een studio af, want dat was te veel geregel geweest. Bovendien: door een studiobelichting zouden de foto’s een te gestylde, nouvelle cuisine-achtige uitstraling krijgen. ‘Zo kookt Yvette niet. Wel met finesse overigens, maar eenvoudig, met aandacht.’Met diezelfde instelling ging Verschuren aan het werk. ‘Simpelweg fotograferen met wat er is. Een beetje knakkie, zeg maar: een bordje op tafel, op een stoel of voor het raam om het zonlicht te vangen. En als dat licht er niet is, de foto wat langer belichten. Of bijlichten met een lampje of kaarsje. Zo geven we de foto’s een gevoel mee dat past bij Yvettes manier van koken: een bepaalde gezelligheid, lol hebben in koken. Bovendien was het fotograferen voor ons thuis, in onze eigen omgeving, zo ook goed vol te houden.’

Verbrande stukjes
Bij het zien van de foto’s moet de lezer zin krijgen om het gerecht te maken. Het beeld moet er verzorgd uitzien, maar er mag tegelijkertijd iets ‘onafs’ in zitten. Verschuren: ‘Dat maakt het echt. En dat is ook wat het boek wil vertellen: het is leuk, lekker en makkelijk om te koken; en doe er vooral niet te ingewikkeld over. Als een gerecht voor de foto wat verbrande stukjes bevatte of iets dunner gesneden was dan we hadden bedacht, dan was dat zo. Het ging sowieso op de foto. Want zou je dit eten weggooien en opnieuw beginnen, terwijl je vrienden aan tafel zaten? Nee toch?’

Met die manier van fotograferen zou een gerecht er op het bord van de thuiskok ook hetzelfde moeten uitzien als in het boek, zegt Verschuren. Retoucheerwerk op de foto’s is er ook nauwelijks aan te pas gekomen. ‘Hoogstens is de kleur soms wat bijgewerkt.’

Spelenderwijs
Home made, het eerste kookboek, is spelenderwijs ontstaan. ‘Toen Yvette het plan had opgevat een kookboek te maken, lag het voor de hand dat ik de (food)fotografie zou doen, ook al had ik nog nooit iets op dit gebied gedaan.’ En hij voegt eraan toe: ‘Het zou ook zijn eer te na zijn geweest als iemand anders het beeld zou verzorgen.’

Het echtpaar heeft een lange aanlooptijd genomen. Ze zijn gewoon begonnen, met in het achterhoofd dat het boek vooral niet te stylish moest worden. Gerechten werden alvast op de gevoelige plaat vastgelegd. ‘En als we tijdens een vakantie iets zagen waarvan we dachten: dit is leuk voor een boek, dan haalde ik de camera tevoorschijn,’ zegt Verschuren.

Over de eerste drie hoofdstukken hebben fotograaf en kookboekenschrijver driekwart jaar kunnen doen, want er was noch een tijdsplanning, noch een uitgever. Niet veel later onmoetten ze uitgever Martin Fontijn, van Fontaine Uitgevers, en al snel lag er een contract.

Rolverdeling
Hoe is de rolverdeling? ‘Op het moment dat we een gerecht vastleggen, maken we de foto ook echt samen. Yvette bepaalt mede de compositie en geeft suggesties om het beeld iets hoger of lager te nemen. We zijn allebei redelijke ego’s, maar het gaat op een enkele strubbeling na altijd goed.’

‘Als wij iets niet mooi vinden, krijgt het geen plek in het kookboek. We zijn onze eigen artdirector. Het is heerlijk dat we samen met zo veel plezier zulke leuke projecten kunnen doen. En dat Yvette ook nog eens de illustraties voor de boeken maakt en het geheel vormgeeft.’

Parijs
De Amsterdammers Van Boven en Verschuren zijn vaak in Parijs te vinden, waar ze ook een woning hebben. ‘We vinden het fijn om er te zijn; daarom speelt de helft van Home made zich hier af. Evenals Italianen en Spanjaarden zijn Fransen veel meer bezig met eten. Dat inspireert ons. En al die mooie gevels, straten, belettering van de restaurants… Het is er allemaal net wat visueler dan in Nederland. De foto’s die ik hier geschoten heb, maken het boek en het verhaal ook wat internationaler.’

Yvette op de foto
‘Ja, dat doet ze waanzinnig goed!’ zegt Verschuren als de foto’s van de schrijfster herself in de kookboeken ter sprake komen. ‘In al haar boeken vertelt Yvette over haar eigen eetherinneringen. Dan wil je er als lezer ook een koppie bij zien; iets wat de uitgever ook graag wilde. In het begin vond Yvette het doodeng om gefotografeerd te worden. Ik snap het wel, want ik sta nu zelf in het nieuwe boek Zomer. Het is niet het allerleukste, maar het gaat haar makkelijker af dan een jaar geleden.’

‘Ze is natuurlijk een beetje stoere tante; geen Nigella Lawson die met een vinger in haar mondhoek op elke pagina van een kookboek staat. Dat past niet bij Yvette. De momenten dat ze recepten test, leg ik vast. Ze weet dus dat er camera op haar gericht is, maar ze gaat niet poseren. Het moet echt ongedwongen.’

Zo’n foto mag best ook een grapje bevatten. Zo moest de kookboekenschrijfster voor appelcider kilo’s appelen in een keukenmachine fijnmalen. ‘Op een gegeven moment is dat zwaar werk en dat laten we ook zien. Yvette trekt dan een gek gezicht op de foto. Het hoeft niet allemaal zo poeslief.’

ELKE MAAND CULINAIR- EN PARIJSNIEUWS IN DE BUS? MELD JE AAN VOOR DE GRATIS MAANDELIJKSE NIEUWSBRIEF!

 

Ontwikkeling
In Zomer ziet Verschuren een ontwikkeling. ‘Qua fotografie is echt een heel mooi boek geworden. Het ligt dicht bij Winter, maar het is, zoals de titel al zegt, lichter en luchtiger. Winter is niet somber, maar wel ingetogener qua kleur en stemming. Ik verwacht dat Zomer het goed zal doen.’

‘Het eerste boek, Home made, hebben we heel onbevangen gemaakt. We dachten: als het ooit uitgegeven gaat worden, is dat fantastisch. Die onbevangenheid is echt, maar is ook heel moeilijk drie boeken lang vast te houden. Plus: je wordt ook beter – ik had daarvoor nog nooit bordjes gefotografeerd – en je probeert jezelf toch steeds te verbeteren. Ook al hebben we alles op dezelfde manier gedaan (zelfs met de screensaver van mijn laptop heb ik gerechten bijgelicht), Zomer en Winter zijn wat gestileerder geworden. Toch is de fotografie in beide boeken er niet minder oprecht door. ‘

Van hobby naar werk
Het culinaire fotografiewerk is begonnen als een soort hobby, maar dat is het allang niet meer. Het is werk geworden, aldus Verschuren. Al was het maar omdat de productie van de boeken Winter en Zomer een strak productieschema kende. Desondanks ziet Verschuren het als iets wat hij erbij doet. ‘Ik doe het met dezelfde overgave en hetzelfde gevoel als mijn andere werk, maar ik doe het niet voor een carrière, zoals veel foodfotografen dat dagelijks doen. Ik wil niet de rest van mijn leven bordjes fotograferen. Begrijp me niet verkeerd, maar daarin vind ik niet genoeg uitdagingen. Wel in reclame- en modefotografie.’

Ondertussen hebben uitgevers hun ogen op zijn culinaire fotowerk gericht. Verschuren heeft al verschillende aanbiedingen gehad – en om genoemde reden afgeslagen. ‘Al zeg ik niet bij voorbaat nee als er een leuk plan komt waarbij ik veel zeggenschap heb over het eindresultaat en eigen baas ben. Maar zo’n groot project als bijvoorbeeld Home made, dat zoveel energie kost, dat kan ik alleen samen met Yvette doen.’

© Mister McCool – Zestz  2012 Foto: kookboek ‘Zomer’

Parijs’ kookspullenparadijs E. Dehillerin

‘Dit is veel leuker dan een museum,’ zegt een 18-jarige tegen haar moeder. Ondertussen zien we toeristen driftig het winkelinterieur fotograferen, terwijl het personeel stoïcijns rondloopt. Niet verwonderlijk, want sinds de opening van deze kookwinkel, in 1820, lijkt er niet zo heel veel veranderd. Overal staan en hangen kookbenodigdheden – zelfs aan het plafond.

Ingepakte pannen
De sfeer is rommelig, maar prettig. Niets is bijna geprijsd, dus er zit niets anders op dan in je beste Frans (of Engels) daarnaar te informeren. Overigens komt de btw er dan nog bij. De winkel is immers vooral gericht op de horeca. Daarvan getuigen de grote, veelal in doorzichtig plastic ingepakte pannen in de kelder.

Koperen kookgerei
Maar ook de thuiskoks vinden er wel iets van hun gading. Wij vonden de ultieme madeleinevorm, aan de onderkant voorzien van een koperen rand tegen het kromtrekken.

Ook onze aandacht hadden de koperen pannen die blonken in het winkellicht. In vergelijking met Nederland liggen de prijzen voor dit soort pannen, die zo goed de warmte geleiden, hier veel lager. Een Parisienne informeerde en passent naar dit koperen kookgerei. En wat kosten ze? Net voordat we de winkel uitliepen, konden we nog het antwoord horen: ‘Een fortuin,’ zei een van de verkopers lachend.

E. Dehillerin, 18 et 20, rue Coquillière – 51, rue Jean- Jacques Rousseau, Parijs (1e arrondisement; in de buurt van Les Halles)

Tekst en foto’s: © Monsieur Plusfours 2012

SMAAKT DIT NAAR MEER? MELD JE DAN AAN VOOR ONZE GRATIS NIEUWSBRIEF!

J’ai de tout à Paris

Shoppen voor in eigen land onbekende culinaria was altijd een van de charmes van reizen. Tot de grenzen zo ver opengingen dat nu werkelijk alles wereldwijd te koop is. Alles? Dan ken je G. Detou in Parijs nog niet. Beter bekend als: J’ai de tout (ik heb alles).

Een onooglijke gevel in een opkomend Parijs straatje, Rue de Tiquetonne. Niet dat G. Detou zich daar iets van aantrekt, want de edelkruidenier zat er al lang voordat het woord hip maar bestond (of trendwinkels als American Vintage er neerstreken). Stap in de winkel en je gaat terug in de tijd. Twee oudere medewerkers in stofjassen hebben zich verschanst achter een sobere toonbank en vóór een tot de nok toe gevuld schap. En in een glazen ’tramcontroleurshokje’ staat er nog één.

De planken tegen de muren hangen door van de zakken, potten, dozen en flessen. En niet zomaar de eerste de beste, maar allemaal topkwaliteit in hun eigen niche. Peperkorrels uit meer werelddelen dan je dacht dat er bestonden, saffraan uit Iran, vanillestokken uit Madagascar zo groot als een zuurstok, met whisky of bloemen geïnfuseerde kandijsuiker, blikken confit en foie gras de canard enzovoorts enzovoorts.

G. Detou, geen generaties oude kruideniersnaam maar een woordspeling op ‘j’ai de tout’ (ik heb alles), heeft inderdaad alles wat een culi zich maar kan wensen en wat in ons kikkerlandje nog altijd niet, of niet goed genoeg, kan worden gevonden. Wie eraan begint, komt a) met een gloeiende credit card weer naar buiten en b) geheid het volgende Parijse tripje weer terug. Wedden?

(foto: 3 soorten peper (van onder naar boven): Tellicherry uit India, Voatsiperifery uit Madagascar & Muntok uit Indonesië; © Marjan Ippel)

G. Detou, 4 Rue Tiquetonne, 75002 Parijs.

Tekst: © Monsieur Plusfours / Marjan Ippel 2012